Definitieve vertaling in het Nederlands (vanuit de originele Engelse tekst)
Grondbeginselen
a. Vaders en moeders hebben in het leven van hun kinderen gelijke status en als gevolg daarvan gelijke rechten en verantwoordelijkheden.
b. Als de ouders het samen niet eens kunnen worden, brengen de kinderen evenveel tijd door bij elk van hen.
c. Ouderschap berust uitsluitend op de relatie kind-ouder, niet op de relatie tussen ouders onderling. Kinderen hebben het recht beide ouders te kennen en andersom.
1. De belangen van het kind
a. De belangen van het kind mogen niet worden beschouwd als een vaststaand gegeven of iets dat losstaat van de belangen van de ouders en/of het gezin of als iets dat moet worden omschreven door openbare instellingen of deskundigen.
Het is aan de ouders om de belangen van hun kind te interpreteren, behalve in extreme gevallen van mishandeling of ouderlijke onbekwaamheid.
b. De publieke autoriteiten en andere derden moeten worden aangemoedigd om gezinnen en individuele gezinsleden te steunen als ze hulp nodig hebben, zo nodig ook preventief. Behoudens ernstige mishandeling, dienen ze echter beslist niet het recht te hebben om buiten de wens van de ouders in te grijpen.
c. Het kind moet het recht hebben om met zijn of haar ouders te communiceren ongeacht de situatie.
d. Biologisch ouderschap moet worden vastgesteld bij de geboorte door middel van een DNA-test. Zodra de conclusie van ouderschap (of niet-ouderschap) is getrokken, dienen alle bewijsmateriaal en verslagen onmiddellijk te worden vernietigd.
2. Keuzecontracten tussen ouders
a. Ouders dienen in staat te worden gesteld om rechtsgeldige contracten te ondertekenen, met een breed scala van mogelijkheden om hun rechten en plichten met betrekking tot hun kinderen in te vullen. Zo kunnen zij bij scheiding een ongelijke verdeling van de zorgtijd en de inkomens overeenkomen, of afspraken maken over partneralimentatie. De betrokken overheidsorganen hebben tot taak passende open contracten en procedures te ontwerpen, om keuzes te vereenvoudigen en de procedurekosten ervan te drukken.
b. Ouders hebben toegang tot advies en tot gestructureerde contracten die in alle gevallen, via bemiddeling dan wel via juridische tussenkomst een doeltreffend middel dienen te zijn om bij voorbeeld de verdeling van zorgtaken te regelen.
3. Respect voor de individuele handelingsvrijheid van elke ouder
a. Deze vrijheid moet behouden blijven behoudens de minimumvereisten voor ouderlijke samenwerking.
b. Verhuizing: Als een van de ouders op grote afstand wil gaan wonen, terwijl dat leidt tot potentiële problemen aangaande contact, reiskosten of zelfs tot een dreigende scheiding tussen een ouder en de kinderen, dan kan dat ingrijpen van externe autoriteiten noodzakelijk maken om te beslissen over de hoeveelheid tijd die bij elk van de ouders wordt doorgebracht. De vrije keuze van een volwassene om zijn/haar woonplaats te kiezen kan immers ingeperkt worden door de compromissen die noodzakelijk zijn om de zorg voor het kind te verzekeren. Beslissingen hierover moeten rekening houden met alle omstandigheden, inclusief bijvoorbeeld de noodzaak een baan te vinden door verhuizing. Het dogma van de "stabiele thuissituatie" hoort bij het nemen van een beslissing echter geen uitgangspunt te zijn.
4. Adoptieouders, de familie en andere belangrijke mensen
Kinderen hebben recht op contact met en informatie van familieleden van beide ouders en andersom. De ouder die op een moment de zorg heeft, heeft het recht om eindbeslissingen te nemen over contacten van het kind met anderen dan de familie, ouders of adoptieouders. Het kind houdt het recht beide biologische ouders te kennen, beide minstens op te kunnen bellen en te kunnen schrijven, in het laatste geval met bewijs van ontvangst.
5. De politiek-juridische context
a. De politieke-juridische context waarbinnen over gezinskwesties wordt besloten moet helder en eerlijk zijn voor beide sekses, zonder positieve of negatieve discriminatie. Relaties tussen mannen, vrouwen en kinderen zullen zo worden behandeld dat de ontwikkeling van groepsrivaliteit en polarisatie wordt voorkomen. Behoeften van deze of gene groep mogen niet tot gevolg hebben dat de belangen van anderen op aanmatigende wijze worden gepasseerd.
b. De belangen van het kind zijn gedefinieerd door ouders gezamenlijk. In geval van scheiding worden ze gedefinieerd door de ouder bij wie het kind op dat ogenblik verblijft.
Alleen als er duidelijk kindermishandeling is aangetoond, hebben andere partijen of openbare instellingen het recht om aan ouderlijke beslissingen op dit punt voorbij te gaan. In alle andere gevallen dient de bevoegdheid van genoemde derden te worden beperkt tot het geven van hulp en steun aan gezinnen in nood.
6. Gelijkheid op het werk
a. Beide seksen hebben in gelijke mate recht op ouderschapsverlof.
b. Arbeid moet zo worden ingedeeld dat beide ouders in staat zijn zo volledig mogelijk aan het leven van hun kinderen deel te nemen.
c. Dit vereist ontegenzeggelijk zo'n herindeling van arbeid dat deze een zelfde beeld zal gaan vertonen als de tijdsindeling van onderwijzers en leraren. Dit voorstel moet gezien worden in verband van een wereldwijde vermindering van de eisen die aan arbeiders worden gesteld en verder in het licht van het algemeen groeiende besef dat de emotionele en functionele banden tussen de generaties moeten worden verdiept.
7. Bemiddeling, Juridische terughoudendheid en de betrokkenheid van derden
a. Door deskundige derden bemiddelde vormen van samenwerking kunnen de voorkeur verdienen als het welzijn van het kind dat vereist. De rechten van de ouders om het kind bij zich te hebben en het te verzorgen dienen echter niet afhankelijk te zijn van de manier waarop deskundigen een ouderlijke bereidheid of weigering tot samenwerking beoordelen.
b. Sommige ouderlijke beslissingen vereisen overeenstemming. Er moeten structuren komen om dit mogelijk te maken, via derden of direct. Voorbeelden van zulke beslissingen: vaccinatie (medische zorg), schoolkeuze, zorgverdelingsafspraken, etc..
c. Alleen wanneer ouders niet tot overeenstemming kunnen komen, zal interventie van bemiddelaars in eerste instantie en van het gerecht in laatste instantie noodzakelijk worden.
d. Alleen wanneer ouders, rechtstreeks of via bemiddeling, geen overeenstemming kunnen bereiken, zullen rechters de beslissingen voor hen moeten nemen. Dat betekent niet dat deze van buiten komende autoriteiten het recht hebben te beslissen over de hoeveelheid ouderlijke zorgtijd, maar zij hebben dat alleen over het bepalen van de dagen en uren binnen de hoeveelheid tijd die door de ouders werd overeengekomen of de standaard 50/50.
e. Recht moet niet alleen moeten worden gesproken, het moet ook openbaar zijn.
Procedures achter gesloten deuren moeten waar mogelijk worden vermeden. Ook waar het noodzakelijk of wenselijk is om de identiteit van de partijen te beschermen, zullen wel de procesverslagen en de motivering en vastlegging van de beslissing openbaar beschikbaar zijn. Om dit te bereiken moeten er correct gestenografeerde verslagen van alle procedures bijgehouden worden.
f. Bemiddeling moet beschikbaar zijn voor, tijdens en na (echt)scheiding. Bemiddeling moet onafhankelijk zijn van de rechterlijke macht. Zij dient een gratis publieke voorziening te zijn, facultatief en zonder voorkeur op grond van geslacht. Rechtbanken dienen tussenkomst van bemiddelaars en een door bemiddeling tot stand gekomen overeenkomst te eerbiedigen.
8. Financiën
a. Als ouders financieel draagkrachtig zijn, is elk van hen financieel verantwoordelijk voor de helft van de kosten van de verzorging van het kind. Deze kosten kunnen van tevoren worden vastgesteld op basis van de minimum onderhouds- en verzorgingskosten voor de kinderen, wat in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de ouders en als ouders hun verantwoordelijkheden niet nakomen of niet kunnen nakomen, van de staat en andere verantwoordelijke instellingen.
b. Het staat ouders geheel vrij om onder elkaar elk ander contract of overeenkomst ten aanzien van het financiële onderhoud en andere zaken met betrekking tot de zorg voor de kinderen aan te gaan. Ouders kunnen dus wederzijds rechtsgeldige contracten sluiten waarin de rechten en/of plichten t.a.v. hun kinderen worden aangepast, bij voorbeeld wat betreft de verdeling van de kosten of de zorgtijd.
9. Kindermishandeling
Wreedheid (i), verwaarlozing (ii), geweld (iii), seksuele mishandeling (iv) dienen te vallen onder de relevante bepalingen van het strafrecht en niet onder de wetten betreffende zorgverdeling en gelijkverdeeld ouderschap. De veronderstelling van onschuld tot schuld is bewezen zal gelden voor alle gevallen, met uitzondering van de hieronder onder b. genoemde.
a. Beoordeling van kindermishandeling dient te gebeuren zonder vooroordeel. De vier typen kindermishandeling zullen gelijk gewogen worden. Tenzij de beschuldigingen van een dergelijke aard zijn dat ze onmiddellijk de veiligheid van het kind betreffen, zal er geen beslissing worden genomen om het contact met een van de ouders te verbreken.
b. Als er beschuldigingen bestaan en er is besloten het contact tussen het kind en een van de ouders op te schorten, dan moet er onmiddellijk een provisorisch onderzoek plaatsvinden om de gevaren vast te stellen. Na een schorsing van ten hoogste twee weken van de bestaande gelijke of andere overeengekomen zorgverdeling dient de oude situatie te worden hersteld, tenzij het onderzoek anders uitwijst. Schorsing alleen kan niet worden gebruikt als een middel om de rechten op ouderlijke zorg van een van de ouders te herzien.
c. Valse beschuldigingen of meineed zullen streng worden vervolgd onder de bepalingen van het wetboek van strafrecht.
d. Waar de ouder-kind relatie wordt beschadigd door oudervervreemding wordt het kind in zijn belangen geschaad en dit zal daarom worden beschouwd als een vorm van kindermishandeling. Ook maatregelen van de overheden die een ouder-kindrelatie op zo’n manier beschadigen dienen als een vorm van kindermishandeling te worden beschouwd en dienen overeenkomstig te worden bestraft.
10. Wat niet valt onder deze principes van gelijkverdeeld ouderschap
Het boven beschreven "gelijkverdeeld ouderschap" heeft niet direct betrekking op gevallen waarin een of beide ouders weigeren of niet in staat zijn hun ouderlijke verantwoordelijkheden ten aanzien van zorg en onderhoud van hun kinderen uit te oefenen. Het betreft alleen die gevallen waar beide ouders zich om hun kinderen willen bekommeren.
Een ouder die verklaart niet voor een kind te willen zorgen, kan daar ook niet toe gedwongen worden. Wat wel bestaat is de financiële plicht om zorg mogelijk te maken en zo is er ook een noodzaak om die zorg te verstrekken, door de ouders of door de staat. Nogmaals: kindermishandeling wordt onder. "gelijkverdeeld ouderschap" beschouwd als een aparte kwestie.
Definities
Ouders
..... worden gedefinieerd als de biologische ouders of, in geval van ernstige mishandeling of
bij weeskinderen, de adoptieouders.
Kind
….. is het menselijk wezen van geboorte af tot de laagste van de twee leeftijden behorend bij emancipatie en meerderjarigheid.
Gezin
...... is het kind en zijn biologische of adoptieouders.
Familie
....zijn de bloedverwanten van het kind en eventueel van zijn of haar adoptieouders
N.B. Elk onderdeel van deze verklaring is een integraal deel van het geheel en kan niet buiten het verband van de andere onderdelen worden toegepast of begrepen.