Het zál vaders een zorg zijn; klik hier voor home en inhoudsopgave
VADERTOP (m/v/grootouders)
10 mei 2007

Een unieke samenwerking tussen een groot aantal vaderorganisaties en andere organisaties in het familierecht leidt tot een uniek gebeuren. Een vadertop. Zal minister Rouvoet luisteren? Eigenlijk kan hij geen vader missen. Want vaders zijn nodig, meer dan ooit.


Gescheiden papa's, carrière- of zorgpapa's, grootouders (m/v) geven al jaren te kennen dat het anders moet. We laten weten dat beide ouders en grootouders onmisbaar zijn en dat een vaderinclusief beleid en weer samen verder bij de zorg voor kinderen hard nodig is. Om de politiek onze boodschap mee te geven voor het Jeugd- en Gezinsbeleid houden we op 10 mei in Amsterdam onze VADERTOP (M/V/GROOTOUDERS). Kom ook en geef je per email op voor de VADERTOP

Persbericht - Vooraankondiging

Vadertop (m/v/grootouders) –

A.s. donderdagavond 10 mei


Waarom een Vadertop?

Voor het eerst komen a.s. donderdagavond oudergroeperingen bijeen om met elkaar te bespreken hoe het anders moet met het jeugd- en gezinsbeleid in Nederland. We maken ons zorgen over de buitensluiting van kinderen van hun (groot)ouders, over het ontvaderen van kinderen en over de bestaande voorkeur voor éénouderschap in het familierecht. We maken ons zorgen over een maatschappij waar vaders en grootouders er niet meer toe lijken te doen en waar mannen verdwijnen uit het leven van kinderen als rolmodel. We laten weten dat beide ouders en de grootouders belangrijk en onmisbaar zijn voor kinderen. We laten weten dat een vader- en (groot-)ouderinclusief beleid en weer samen verder bij de zorg voor onze kinderen hard nodig is. We laten weten dat de vrede tussen de ouders in het familierecht weer centraal moet worden gesteld. In de aanloop naar de Kindertop van Minister van Jeugd- en Gezinsbeleid André Rouvoet in juni houden wij, om de politiek ook onze boodschap mee te geven, daarom op 10 mei in Amsterdam aan de hand van tien speerpunten onze VADERTOP (m/v/grootouders).

Tweede Kamerlid Samira Bouchibti, woordvoerder jeugd- en gezinsbeleid en familierecht van de PvdA, zal aan de Vadertop deelnemen om naar onze zorgen te luisteren en onze boodschap ook in het parlement onder de aandacht te brengen. Waar De Vadertop (m/v/grootouders) wordt gehouden in de Van Eesterenzaal; Jan Tooropstraat 6; 1062 BM Amsterdam (5 min. lopen van NS-station A’dam-Lelylaan; vlakbij de Ringweg A’dam-West, afslag S-106)

Programma voor de Vadertop (m/v/grootouders)
18.00 uur: Zaal open - Ontvangst en koffie
18.45 uur: Opening en inleidingen:
1. Welkom Pieter Tromp en toelichting op “10 speerpunten - Weer samen verder bij de zorg voor (klein)kinderen.”
2. Inleiding Samira Bouchibti, woordvoerder jeugd- en gezinsbeleid en familierecht van de PvdA
19.15 uur: Pauze
19.30 uur: OuderforumDeelnemers: Andrew Work, Fathers-4-Justice, Perry Stuart, Dwaze Vaders, Erik van der Waal, Ouderverstoting, Truus Barendse, Kinderen - Ouders - Grootouders, Ronald Bijl, Ouders Zonder Omgang, Ad Verdiesen, Gescheiden Vaders Nederland en Paul Bastianen, Stichting Kind en Omgangsrecht o.l.v. Hans KrikkeCell
20.15 uur: Pauze
20.30 uur: Deskundigenforum Deelnemers: Jan Piet de Man, Henk Hanssen, Peter Prinsen, Lauk Woltring en Joep Zander o.l.v. Hans Krikke.
21.15 uur: Pauze
21.30 uur: Conclusies
22.00 / 22.30 uur: Afsluiting


Nadere inlichtingen bij:

- Pieter Tromp, T. 030 – 238 3636, M. 06 - 1829 3397, tromp@casema.nl

- Marijke de Both, 06 - 1032 8837

-------------------------------------------------------

De organiserende oudergroeperingen:

Vader Kennis Centrum i.s.m.:

VADERTOP (M/V/GROOTOUDERS) a.s. donderdagavond 10 mei in Amsterdam

Vader Kennis Centrum en Stichting Sheherazade i.s.m. Fathers-4-Justice TM Nederland, Stichting Dwaze Vaders, Stichting Ouders Zonder Omgang, Stichting Kinderen – Ouders – Grootouders, Gescheiden Vaders Nederland, Stichting Kind en Omgangsrecht, Ouderverstoting NL, Papa.NL.NU en onafhankelijke oudervertegenwoordigers.

VADERTOP (m/v/grootouders)

op donderdagavond 10 mei 2007

Gescheiden papa's, carriërepapa's, zorgpapa's, grootouders (m/v) - Allemaal geven wij nu al jaren te kennen dat het anders moet in Nederland. We laten weten dat beide ouders en grootouders belangrijk en onmisbaar zijn voor kinderen. We laten weten dat een vader- en (groot-)ouderinclusief beleid en weer samen verder bij de zorg voor onze kinderen hard nodig is.

Om de politiek onze boodschap mee te geven voor het Jeugd- en Gezinsbeleid houden we op 10 mei in Amsterdam onze VADERTOP (M/V/GROOTOUDERS).

Kom ook en reserveer per email voor onze VADERTOP (M/V/GROOTOUDERS).

Locatie van de Vadertop (m/v/grootouders) a.s. donderdagavond 10 mei (zaal open vanaf 18.00 uur, start Vadertop om 18.45 uur):

Van Eesterenzaal, Stichting Eigenwijks
Jan Tooropstraat 6 - 1062 BM Amsterdam

(met OV 5 minuten lopen van NS station Amsterdam-Lelylaan;
met auto vlakbij de Ringweg Amsterdam-West, afslag S-106)


Locatie: Van Eesterenzaal in Amsterdam

- Adres: Stichting Eigenwijks, Jan Tooropstraat 6 - 1062 BM Amsterdam - T 020 3460670

- Auto: makkelijk bereikbaar per auto (vlak bij de ringweg om Amsterdam; Afslag S106)

- OV: makkelijk bereikbaar per openbaar vervoer (5 minuten lopen vanaf NS Station Amsterdam-Lelylaan)

(Klik op deze afbeelding voor een vergrote weergave)






Bioscoop opstelling Van Eesterenzaal


Kleurrijke inrichting.

Er kunnen maximaal 150 personen deelnemen aan de VADERTOP (M/V) in de van Eesterenzaal (een multifunctionele ruimte van 150 m²). Er zijn geen deelname- of entreekosten. (De zaalhuur wordt door de deelnemende oudergroeperingen bekostigd.) Extra kosten zijn wel:

- Koffie en thee: € 1,00 per persoon voor de hele avond koffie en thee

- Frisdranken: € 1,00 per flesje of / € 0,75 glas

(Klik op deze afbeelding voor een vergrote weergave)

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Organisatie en nadere inlichtingen:

Vader Kennis Centrum, Peter Tromp, T 030 – 238 3636 // 06 – 18293397, E tromp@casema.nl

Reserveren voor de VADERTOP (m/v/grootouders):

De Van Eesterenzaal kan max. 150 deelnemers herbergen. Wilt u zeker zijn van toegang meldt u dan tevoren (t/m 9 mei) aan voor deelname aan de VADERTOP door een plaats te reserveren op het centrale emailadres (tromp@casema.nl) o.v.v. DEELNAME VADERTOP (m/v/grootouders) in de onderwerpregel van uw mail en o.v.v. uw naam, (evt. organisatie), emailadres en telefoonnummer in de email zelf. Reserveer tijdig. Uw reservering is alleen geldig na bevestiging met een toegekend bevestigingsnummer. U komt dan op een reserveringslijst waarop u op 10 mei tot 18.30 uur aan de zaal toegang verkrijgt. Na 18.30 uur vervalt uw reservering en wordt net als in bioscopen toegang gegeven naar volgorde van aankomst tot het max. van 150 deelnemers evt. behaald is.

10 GESPREKSPUNTEN VOOR DE VADERTOP (m/v/grootouders)


“Weer Samen Verder - Hoe kunnen vaders (m/v) en grootouders weer teruggebracht worden in het leven van hun (klein)kinderen!? En hoe mannen weer te betrekken in het leven van, en de opvoeding en zorg voor, kinderen?”

Gescheiden papa's, carriërepapa's, zorgpapa's, grootouders (m/v) - Allemaal geven wij nu al jaren te kennen dat het anders moet in Nederland. We laten weten dat beide ouders en de grootouders belangrijk en onmisbaar zijn voor kinderen. We laten weten dat een vader- en (groot-)ouderinclusief beleid en weer samen verder bij de zorg voor onze kinderen hard nodig is.

Om de politiek ook onze boodschap mee te geven voor het jeugd- en gezinsbeleid houden we op 10 mei in Amsterdam onze VADERTOP (m/v/grootouders) aan de hand van de volgende tien speerpunten en de nadere toelichtingen en uitwerkingen in zes onderliggende bijlagen.

  1. Erkenning en gezag van beide ouders direct bij de geboorte van elk kind
    Kinderen van ouders buiten het huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt het wettelijke geboorterecht op hun vader ontzegd, tenzij moeder eerst schriftelijk aan vader toestemming verleent tot erkenning van zijn kind, alsook tot aanvraag van gezamenlijk gezag over het kind.

  2. Gelijkheid en gelijkwaardig ouderschap als uitgangspunt in het familierecht en invoering van de contraire zorgtoewijzing in de wet
    Gelijkwaardig ouderschap met een 50-50 zorgverdeling tussen ouders als uitgangspunt.

  3. Gelijke toegang ouderrechten voor de buitengesloten helft van de familie van het kind
    Een vader is meer dan een toevallige bezoeker en een bron van financiën in het leven van zijn kind. Dat geldt ook voor grootouders van vaderskant en verdere familie.

  4. Bescherming van de ouderschapsregelingen tussen de beide ouders
    De gemaakte afspraken m.b.t. zorgverdeling tussen de beide ouders en de toegang tussen kind en beide ouders dienen te allen tijde te worden gewaarborgd en gehandhaafd. Ook de gemaakte afspraken m.b.t. contact tussen kind en (niet-zorgende)ouder dienen te allen tijde te worden gewaarborgd en gehandhaafd. Sabotage van ouderschapsregelingen en omgangsregelingen dient bestraft te worden.

  5. Vervanging van Kinderbescherming door een onafhankelijk transparant orgaan
    De Kinderbescherming acht het niet tot haar taak de claims en beschuldigingen door zorgende ouders te onderzoeken op waarheid, maar zij adviseert de rechtbanken wel op basis van deze beschuldigingen.
    De Kinderbescherming zou moeten worden vervangen door een onafhankelijk en transparant orgaan dat wel aan publieke verantwoording en controle is onderworpen.

  6. Open rechtspraak in familierecht
    Veel kinderen wordt de toegang tot een ouder ontzegd als gevolg van verregaande discriminatie door het verborgen functioneren van familierechtbanken achter gesloten deuren.

  7. Bevoegdheid mediatoren
    Het is van groot belang dat kinderen contact blijven houden met beide ouders tijdens bemiddelingstrajecten.

  8. Mediation vereist gelijk(waardig)e uitgangspositie tussen beide ouders
    Bemiddeling kan alleen doeltreffend zijn indien er gelijkwaardigheid bestaat bij het begin van het proces.

  9. Rol van de rechtbanken
    De fout die nog steeds gemaakt wordt is dat de rechtbank probeert uit te maken wie de beste ouder is. Rechtbanken zouden zich moeten richten op het opstellen en uitvoeren van ouderschapsplannen tussen scheidende ouders.

  10. Herstel en compensatie van al aangerichte schade
    Vele tienduizenden (groot)ouders hebben al jarenlang geen contact met hun (klein)kinderen gehad. Hoewel deze verloren jaren nooit meer terug kunnen keren, is er nog steeds een mogelijkheid om de door het Nederlandse familierecht beschadigde banden en verhoudingen te herstellen.



Onderliggende bijlagen:
  • Bijlage 1 - De internationale verklaring van Langeac
  • Bijlage 2 - Oproep van oudergroeperingen aan de Tweede Kamer (inzake wetsontwerp 30 145)
  • Bijlage 3 - Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht
  • Bijlage 4 - Brief aan de Minister voor Jeugd en Gezin André Rouvoet, over de ernstige gevolgen van de bestaande (echt)scheidingscultuur in Nederland
  • Bijlage 5 - Adviseur René Diekstra benadrukt in Staatscourant het belang van meer vaderbetrokkenheid bij het jeugdbeleid
  • Bijlage 6 – Opinieartikel in de NRC van 14 april 2007 van Wim Orbons over de anti-vadercampagnes van de overheid en SIRE

Zie voor de zes bijlagen: VADERTOP (m/v/grootouders) - 10 mei 2007
http://vadertop.blogspot.com/

Bijlage 1 - De internationale verklaring van Langeac

Definitieve vertaling in het Nederlands (vanuit de originele Engelse tekst)

Grondbeginselen

a. Vaders en moeders hebben in het leven van hun kinderen gelijke status en als gevolg daarvan gelijke rechten en verantwoordelijkheden.

b. Als de ouders het samen niet eens kunnen worden, brengen de kinderen evenveel tijd door bij elk van hen.

c. Ouderschap berust uitsluitend op de relatie kind-ouder, niet op de relatie tussen ouders onderling. Kinderen hebben het recht beide ouders te kennen en andersom.

1. De belangen van het kind

a. De belangen van het kind mogen niet worden beschouwd als een vaststaand gegeven of iets dat losstaat van de belangen van de ouders en/of het gezin of als iets dat moet worden omschreven door openbare instellingen of deskundigen.

Het is aan de ouders om de belangen van hun kind te interpreteren, behalve in extreme gevallen van mishandeling of ouderlijke onbekwaamheid.

b. De publieke autoriteiten en andere derden moeten worden aangemoedigd om gezinnen en individuele gezinsleden te steunen als ze hulp nodig hebben, zo nodig ook preventief. Behoudens ernstige mishandeling, dienen ze echter beslist niet het recht te hebben om buiten de wens van de ouders in te grijpen.

c. Het kind moet het recht hebben om met zijn of haar ouders te communiceren ongeacht de situatie.

d. Biologisch ouderschap moet worden vastgesteld bij de geboorte door middel van een DNA-test. Zodra de conclusie van ouderschap (of niet-ouderschap) is getrokken, dienen alle bewijsmateriaal en verslagen onmiddellijk te worden vernietigd.

2. Keuzecontracten tussen ouders

a. Ouders dienen in staat te worden gesteld om rechtsgeldige contracten te ondertekenen, met een breed scala van mogelijkheden om hun rechten en plichten met betrekking tot hun kinderen in te vullen. Zo kunnen zij bij scheiding een ongelijke verdeling van de zorgtijd en de inkomens overeenkomen, of afspraken maken over partneralimentatie. De betrokken overheidsorganen hebben tot taak passende open contracten en procedures te ontwerpen, om keuzes te vereenvoudigen en de procedurekosten ervan te drukken.

b. Ouders hebben toegang tot advies en tot gestructureerde contracten die in alle gevallen, via bemiddeling dan wel via juridische tussenkomst een doeltreffend middel dienen te zijn om bij voorbeeld de verdeling van zorgtaken te regelen.

3. Respect voor de individuele handelingsvrijheid van elke ouder

a. Deze vrijheid moet behouden blijven behoudens de minimumvereisten voor ouderlijke samenwerking.

b. Verhuizing: Als een van de ouders op grote afstand wil gaan wonen, terwijl dat leidt tot potentiële problemen aangaande contact, reiskosten of zelfs tot een dreigende scheiding tussen een ouder en de kinderen, dan kan dat ingrijpen van externe autoriteiten noodzakelijk maken om te beslissen over de hoeveelheid tijd die bij elk van de ouders wordt doorgebracht. De vrije keuze van een volwassene om zijn/haar woonplaats te kiezen kan immers ingeperkt worden door de compromissen die noodzakelijk zijn om de zorg voor het kind te verzekeren. Beslissingen hierover moeten rekening houden met alle omstandigheden, inclusief bijvoorbeeld de noodzaak een baan te vinden door verhuizing. Het dogma van de "stabiele thuissituatie" hoort bij het nemen van een beslissing echter geen uitgangspunt te zijn.

4. Adoptieouders, de familie en andere belangrijke mensen

Kinderen hebben recht op contact met en informatie van familieleden van beide ouders en andersom. De ouder die op een moment de zorg heeft, heeft het recht om eindbeslissingen te nemen over contacten van het kind met anderen dan de familie, ouders of adoptieouders. Het kind houdt het recht beide biologische ouders te kennen, beide minstens op te kunnen bellen en te kunnen schrijven, in het laatste geval met bewijs van ontvangst.

5. De politiek-juridische context

a. De politieke-juridische context waarbinnen over gezinskwesties wordt besloten moet helder en eerlijk zijn voor beide sekses, zonder positieve of negatieve discriminatie. Relaties tussen mannen, vrouwen en kinderen zullen zo worden behandeld dat de ontwikkeling van groepsrivaliteit en polarisatie wordt voorkomen. Behoeften van deze of gene groep mogen niet tot gevolg hebben dat de belangen van anderen op aanmatigende wijze worden gepasseerd.

b. De belangen van het kind zijn gedefinieerd door ouders gezamenlijk. In geval van scheiding worden ze gedefinieerd door de ouder bij wie het kind op dat ogenblik verblijft.

Alleen als er duidelijk kindermishandeling is aangetoond, hebben andere partijen of openbare instellingen het recht om aan ouderlijke beslissingen op dit punt voorbij te gaan. In alle andere gevallen dient de bevoegdheid van genoemde derden te worden beperkt tot het geven van hulp en steun aan gezinnen in nood.

6. Gelijkheid op het werk

a. Beide seksen hebben in gelijke mate recht op ouderschapsverlof.

b. Arbeid moet zo worden ingedeeld dat beide ouders in staat zijn zo volledig mogelijk aan het leven van hun kinderen deel te nemen.

c. Dit vereist ontegenzeggelijk zo'n herindeling van arbeid dat deze een zelfde beeld zal gaan vertonen als de tijdsindeling van onderwijzers en leraren. Dit voorstel moet gezien worden in verband van een wereldwijde vermindering van de eisen die aan arbeiders worden gesteld en verder in het licht van het algemeen groeiende besef dat de emotionele en functionele banden tussen de generaties moeten worden verdiept.

7. Bemiddeling, Juridische terughoudendheid en de betrokkenheid van derden

a. Door deskundige derden bemiddelde vormen van samenwerking kunnen de voorkeur verdienen als het welzijn van het kind dat vereist. De rechten van de ouders om het kind bij zich te hebben en het te verzorgen dienen echter niet afhankelijk te zijn van de manier waarop deskundigen een ouderlijke bereidheid of weigering tot samenwerking beoordelen.

b. Sommige ouderlijke beslissingen vereisen overeenstemming. Er moeten structuren komen om dit mogelijk te maken, via derden of direct. Voorbeelden van zulke beslissingen: vaccinatie (medische zorg), schoolkeuze, zorgverdelingsafspraken, etc..

c. Alleen wanneer ouders niet tot overeenstemming kunnen komen, zal interventie van bemiddelaars in eerste instantie en van het gerecht in laatste instantie noodzakelijk worden.

d. Alleen wanneer ouders, rechtstreeks of via bemiddeling, geen overeenstemming kunnen bereiken, zullen rechters de beslissingen voor hen moeten nemen. Dat betekent niet dat deze van buiten komende autoriteiten het recht hebben te beslissen over de hoeveelheid ouderlijke zorgtijd, maar zij hebben dat alleen over het bepalen van de dagen en uren binnen de hoeveelheid tijd die door de ouders werd overeengekomen of de standaard 50/50.

e. Recht moet niet alleen moeten worden gesproken, het moet ook openbaar zijn.

Procedures achter gesloten deuren moeten waar mogelijk worden vermeden. Ook waar het noodzakelijk of wenselijk is om de identiteit van de partijen te beschermen, zullen wel de procesverslagen en de motivering en vastlegging van de beslissing openbaar beschikbaar zijn. Om dit te bereiken moeten er correct gestenografeerde verslagen van alle procedures bijgehouden worden.

f. Bemiddeling moet beschikbaar zijn voor, tijdens en na (echt)scheiding. Bemiddeling moet onafhankelijk zijn van de rechterlijke macht. Zij dient een gratis publieke voorziening te zijn, facultatief en zonder voorkeur op grond van geslacht. Rechtbanken dienen tussenkomst van bemiddelaars en een door bemiddeling tot stand gekomen overeenkomst te eerbiedigen.

8. Financiën

a. Als ouders financieel draagkrachtig zijn, is elk van hen financieel verantwoordelijk voor de helft van de kosten van de verzorging van het kind. Deze kosten kunnen van tevoren worden vastgesteld op basis van de minimum onderhouds- en verzorgingskosten voor de kinderen, wat in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de ouders en als ouders hun verantwoordelijkheden niet nakomen of niet kunnen nakomen, van de staat en andere verantwoordelijke instellingen.

b. Het staat ouders geheel vrij om onder elkaar elk ander contract of overeenkomst ten aanzien van het financiële onderhoud en andere zaken met betrekking tot de zorg voor de kinderen aan te gaan. Ouders kunnen dus wederzijds rechtsgeldige contracten sluiten waarin de rechten en/of plichten t.a.v. hun kinderen worden aangepast, bij voorbeeld wat betreft de verdeling van de kosten of de zorgtijd.

9. Kindermishandeling

Wreedheid (i), verwaarlozing (ii), geweld (iii), seksuele mishandeling (iv) dienen te vallen onder de relevante bepalingen van het strafrecht en niet onder de wetten betreffende zorgverdeling en gelijkverdeeld ouderschap. De veronderstelling van onschuld tot schuld is bewezen zal gelden voor alle gevallen, met uitzondering van de hieronder onder b. genoemde.

a. Beoordeling van kindermishandeling dient te gebeuren zonder vooroordeel. De vier typen kindermishandeling zullen gelijk gewogen worden. Tenzij de beschuldigingen van een dergelijke aard zijn dat ze onmiddellijk de veiligheid van het kind betreffen, zal er geen beslissing worden genomen om het contact met een van de ouders te verbreken.

b. Als er beschuldigingen bestaan en er is besloten het contact tussen het kind en een van de ouders op te schorten, dan moet er onmiddellijk een provisorisch onderzoek plaatsvinden om de gevaren vast te stellen. Na een schorsing van ten hoogste twee weken van de bestaande gelijke of andere overeengekomen zorgverdeling dient de oude situatie te worden hersteld, tenzij het onderzoek anders uitwijst. Schorsing alleen kan niet worden gebruikt als een middel om de rechten op ouderlijke zorg van een van de ouders te herzien.

c. Valse beschuldigingen of meineed zullen streng worden vervolgd onder de bepalingen van het wetboek van strafrecht.

d. Waar de ouder-kind relatie wordt beschadigd door oudervervreemding wordt het kind in zijn belangen geschaad en dit zal daarom worden beschouwd als een vorm van kindermishandeling. Ook maatregelen van de overheden die een ouder-kindrelatie op zo’n manier beschadigen dienen als een vorm van kindermishandeling te worden beschouwd en dienen overeenkomstig te worden bestraft.

10. Wat niet valt onder deze principes van gelijkverdeeld ouderschap

Het boven beschreven "gelijkverdeeld ouderschap" heeft niet direct betrekking op gevallen waarin een of beide ouders weigeren of niet in staat zijn hun ouderlijke verantwoordelijkheden ten aanzien van zorg en onderhoud van hun kinderen uit te oefenen. Het betreft alleen die gevallen waar beide ouders zich om hun kinderen willen bekommeren.

Een ouder die verklaart niet voor een kind te willen zorgen, kan daar ook niet toe gedwongen worden. Wat wel bestaat is de financiële plicht om zorg mogelijk te maken en zo is er ook een noodzaak om die zorg te verstrekken, door de ouders of door de staat. Nogmaals: kindermishandeling wordt onder. "gelijkverdeeld ouderschap" beschouwd als een aparte kwestie.

Definities

Ouders

..... worden gedefinieerd als de biologische ouders of, in geval van ernstige mishandeling of

bij weeskinderen, de adoptieouders.

Kind

….. is het menselijk wezen van geboorte af tot de laagste van de twee leeftijden behorend bij emancipatie en meerderjarigheid.

Gezin

...... is het kind en zijn biologische of adoptieouders.

Familie

....zijn de bloedverwanten van het kind en eventueel van zijn of haar adoptieouders


N.B. Elk onderdeel van deze verklaring is een integraal deel van het geheel en kan niet buiten het verband van de andere onderdelen worden toegepast of begrepen.

Bijlage 2 - Oproep van oudergroeperingen aan de Tweede Kamer (inzake wetsontwerp 30 145)

Wetsontwerp Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

OPROEP AAN DE TWEEDE KAMER

Amersfoort, 21 april 2007

Ondergetekenden,

woordvoerders van groeperingen van ouders die na (echt)scheiding belemmerd zijn in de medezorg voor hun kind en in de volwaardige uitoefening van hun ouderschap,

doen een klemmend beroep op de leden van de Tweede Kamer om géén steun te geven aan het wetsontwerp Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.

Terecht beoogt het wetsontwerp de gelijkwaardige betrokkenheid van beide ouders bij het leven van hun kinderen, en de band van kinderen met hun beide ouders na (echt)scheiding te beschermen.

Ondergetekenden onderschrijven de bedoelingen van het wetsontwerp, doch stellen vast:

  • dat die bedoelingen al meer dan drie decennia worden nagestreefd met telkens nieuwe wettelijke regelingen,
  • dat die regelingen blijkens de statistieken géén positief effect sorteren,
  • dat die regelingen door conservatieve en creatieve jurisprudentie keer op keer blijken te kunnen worden uitgehold en ondermijnd [1],
  • dat de thans voorgestelde regelingen de (rechtspolitieke) jurisprudentie terugcodificeren en verder even krachteloos zijn als de regelingen die in het verleden baanbrekend werden geacht,
  • dat het wetsvoorstel in intentie progressief is, maar in feite achterblijft bij de rechtsontwikkeling in landen als België en Frankrijk, en zelfs de eerdere Nederlandse vernieuwingen uitholt,
  • dat het wetsvoorstel niet steunt op rechtspsychologische [2] overwegingen die de diepere oorzaken van polarisatie blootleggen, zodat de voorgestelde regelingen niet verder reiken dan symptoombestrijding, zonder de bedoelingen waar te kunnen maken,
  • dat de voorgestelde regelingen de beoogde gelijkwaardigheid en autonomie van ouders na scheiding niet vertalen in rechtszekerheid en rechtsgelijkheid,
  • dat de feitelijke ongelijkwaardigheid polarisatie in de hand blijft werken en daardoor in de weg staat aan het meest fundamentele belang van kinderen, te weten vrede tussen hun ouders,
  • dat te ruime rechterlijke beslissingsruimte een forum creëert voor een oneigenlijke twist over het belang van de kinderen,
  • dat de feitelijke ongelijkwaardigheid tussen de ouders en de te ruime beslissingsruimte van de rechter onbemiddelbaarheid in de hand werken.

Ondergetekenden vragen de wetgever te bevorderen dat rechtspsychologisch onderzoek wordt geëntameerd ten behoeve van toekomstige wetgeving, expliciet gericht op het voorkomen van polarisatie en op het bewaren van de vrede tussen scheidende ouders, zodat autonome oplossingsgerichtheid van scheidende ouders, ondersteund door bemiddeling, tot verdere ontplooiing kan komen.


Hoogachtend,

  • Mr Ir Peter Prinsen, oud-advocaat (06-51.50.33.51)
  • Stichting Dwaze Vaders: Perry Stuart, Leo Bevaert
  • Fathers 4 Justice (F4J): Andrew Work, Marijke de Both, Dennis Grippeling
  • Stichting Kind en Omgangsrecht / Vader Kennis Centrum: Peter Tromp, Melchior Tijssen
  • Stichting Ouders Zonder Omgang: Arthur Ross, Theo Nieuwenhuizen
  • Stichting Kinderen - Ouders – Grootouders: Truus Barendse
  • Gescheiden Vaders Nederland: Ad Verdiesen
  • Joep Zander, pedagoog en schrijver
  • Rob van Altena, publicist
  • Wouter Hanhart, arts
  • Wim Orbons, gezondheidseconoom

--------------------------------------------------
Voetnoten
[1] Haalbaarheidscriterium, Hoofdverblijfplaats, Omgangsontzegging ondanks gezag.
[2] Rechtspsychologie, een vorm van toegepaste psychologie, bestudeert het gedrag van mensen onder invloed van het recht, en het recht als beïnvloedingsinstrument voor gedrag.

Bijlage 3 - Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht

De kinderen en hun ouders vóór, tijdens en na scheiding

Mr Ir Peter Prinsen, oud-advocaat

Leiden, 3 mei 2007

Het belang van het kind expliciet centraal stellen schiet zijn doel voorbij. Beter is het de vrede tussen de ouders centraal te stellen, op basis van rechtspsychologisch inzicht, dat niet veroordeelt maar verklaart. Maakbaarheidsgeloof is fnuikend, maatwerk een illusie. Beslissingsruimte van de rechter moet worden beperkt, ten gunste van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Pas dan kan bemiddeling tot volle ontplooiing komen.

Inleiding

Bij het Parlement is aanhangig het wetsvoorstel “Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding”. Scheidende ouders zullen voortaan een ouderschapsplan (convenant) over moeten leggen. De rechter kan ouders naar een bemiddelaar verwijzen en aan het kind een bijzonder curator toewijzen. De rechter kan bepalen bij wie van de ouders het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Leggen de ouders, ook na bemiddeling, geen ouderschapsplan over, dan gaat de rechter zich er als vanouds inhoudelijk mee bemoeien. De rechter kan dan het hoofdverblijf en een “omgangsregeling” vaststellen, een sanctie bij niet-naleving opleggen, of “omgang” ontzeggen, ook al heeft die ouder formeel nog het gezag. Ook kan de rechter een ouder het gezag ontnemen.

Het wetsvoorstel behelst codificatie van jurisprudentie c.q. reeds gebezigde rechtspraktijk. Op grond daarvan kan nu reeds gewezen worden op de omslachtigheid, kwetsbaarheid en de onbetaalbaarheid van het systeem voor de ouders in de meer moeizame gevallen, terwijl de effectiviteit (in termen van voortgezet ouderschap van enige inhoud) in die gevallen nihil blijkt.

N.B.: Sinds de laatste vernieuwing (1998) blijft het gelijkwaardig ouderlijk gezag bij echtscheiding intact: De huidige wet kent in die gevallen geen hoofdverblijf en geen ontzegging van de omgang. De nu voorgestelde invoering van het hoofdverblijf en van de ontzegging van omgang aan de ouder die gezag heeft behelst codificatie van (rechtspolitieke) jurisprudentie waarmee de Rechterlijke Macht effectief de eerdere wettelijke vernieuwingen had uitgehold. De vernieuwing van 1998 heeft nooit een eerlijke kans gehad. Thans zwicht de Wetgever expliciet voor de Rechterlijke Macht.

Scheidingen verlopen vaak zeer conflictueus. Jaarlijks krijgen ruim 60.000 kinderen te maken met (echt-)scheiding van hun ouders. De helft van die kinderen verliest daarbij een van zijn ouders. Tientallen duizenden levens raken jaarlijks ontwricht. Ouderlijke scheiding is vaak voor kinderen een levensles van de slechtste soort.

Wij zijn geneigd de ouders de schuld te geven, maar is dat wel terecht? En, belangrijkere vraag, leidt dat ergens toe? De problema­tiek lijkt maatschappe­lijk even onaan­vaardbaar als onoplosbaar, getuige de permanente stroom van overheidsinitiatieven in de afgelopen drie decennia, gericht op verbetering van deze situatie. Het momenteel aanhangige wetsvoorstel tracht nadrukkelijk (maar vrijblijvend) het ouderschapsplan en bemiddeling op de voorgrond te plaatsen. Goede bedoelingen alleen schieten echter tekort en zullen dat blijven doen zolang een baanbrekende vernieuwing uitblijft. Scheidende ouders kunnen veel baat hebben bij bemiddeling, maar als de wet niet fundamenteel verandert zal het merendeel van de scheidende ouders argeloos blijven belanden in de beruchte conflictspiraal die de wet voor hen in petto heeft. Het huidige wetsvoorstel zal dan ook een papieren tijger blijken te zijn, weliswaar nuttig voor bemiddelbare en bemiddelde ouders, maar nutteloos voor juist díe problematiek die het beoogt op te lossen. Het wetsvoorstel staat verdere ontplooiing van mediation in de weg.

Het echtscheidingsrecht ontbeert een rechtstheoretische grondslag. Alleen rechtspsychologische analyse van het echtscheidingsrecht kan leiden tot een baanbrekende oplossing. Daaruit blijkt dat gebroken moet worden met de tirannie van het Belang van het Kind, omdat procedures daarover gemakkelijk ontaarden in een onbeheersbare twist over wie daar het meest geschikt voor is. Veel beter zou het zijn om een ander uitgangspunt centraal te stellen: vrede tussen de scheidende ouders, want dàn pas is er echt ruimte voor behartiging van de belangen van hun kind. Aldus komt het belang van het kind op een hoger niveau centraal te staan. Hieronder de gedachtegang in 12 stappen, verdeeld over 3 hoofdstukken. Uitgangspunt is de als “normaal” te kwalificeren verhouding in het gezin.

A. Natuur en Cultuur.

1. Legitieme zaak

Kinderen worden verzorgd en opgevoed door hun eigen ouders. Vader en moeder zijn de onvervangbare behartigers-van-nature van de belangen van hun kinderen. Ouders die opkomen voor hun kind tegen disproportionele inbreuken op hun ouderschap verdienen ons respect. Zij hebben een legitieme zaak.

2. Genetisch gewortelde drijfveren

Ouderlijke zorg voor het kind in autonomie en gelijkwaardigheid berust op een genetisch gewortelde drijfveer, formeel erkend als mensenrecht. Vanuit het perspectief van het kind geldt omgekeerd hetzelfde: genetisch geworteld, met formele erkenning in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

3. Rechtszekerheid, gelijkwaardigheid, autonomie

De beleving van rechtszekerheid en respect maakt dat ouders zich zonder berekening dienstbaar kunnen maken aan het belang van hun kinderen. Kinderen beleven hun ouders als gelijkwaardig. Ouders voeren pedagogisch beleid in gelijkwaardigheid en autonomie.

B. De (rechts)psychologie van het fout gaan bij scheiding.

4. Overheidsbemoeienis berustend op maakbaarheidgeloof is bedreigend.

Het belang van het kind wordt als expliciet en maakbaar opgevat. Dat betekent, dat als de ouders “er samen niet uit komen” de overheid de dienst gaat uitmaken, in het belang van het kind. Ouders doen er dan niet toe. Dat weten de ouders van het begin af aan, en dat is zeer bedreigend voor ouders. De ouders krijgen het gevoel bij scheiding te moeten bewijzen een goed opvoeder te zijn, of een betere opvoeder dan de andere ouder. Ouders die samen rechter en recht irrelevant verklaren bewaren de vrede. Maar neemt ook maar één ouder het recht serieus, dan belanden zij samen argeloos in de val van de uitgelokte competitie: “Ik ben een goed ouder” - “Nee ik ben beter”. Door deze zelfprofilering kwetsen de ouders onbedoeld de ander in diens ouderlijk zelfrespect. Rechtszekerheid blijkt opeens een illusie, het gratuite sussen door de rechter ten spijt. Ouders staan voor een prisoner’s dilemma: Samenwerken met de andere ouder of strijden om het behoud van de band met het kind en om ouderlijk zelfrespect? Als ieder der ouders nou maar zeker zou weten dat de andere ouder even rationeel zo handelen als hijzelf, dat hij of zij nooit of te nimmer uit het leven van hun kind verdreven zouden worden, als ze zeker zouden weten dat hun gelijkwaardigheid gerespecteerd zou worden, kortom als het ouderschap even onschendbaar zou zijn als het menselijk lichaam, als de integriteit van het ouderschap gerespecteerd en beschermd zou worden, dan zou strijd onnodig zijn. Zulke rechtszekerheid zou de voor samenwerking noodzakelijke vertrouwensbasis kunnen verschaffen, maar rechtszekerheid ís er niet. Het ontbreken van rechtszekerheid haalt het slechtste in de mens naar boven.

5. “Belang van het kind centraal”

Cruciaal in dit mechanisme is het feit dat het belang van het kind (in de betekenis van maakbaar) centraal heet te staan in het Recht. Impliciet wordt hiermee aan de ouders rechtszekerheid onthouden: alleen het kind telt, aan ouders heeft het Recht geen boodschap. Het Recht denkt anders dan ouders. Hun bedoelingen, eerlijk of oneerlijk, doen er niet toe. Hun geschil wordt niet opgelost. Geen wonder dat vaak een spiraal van machinatie en eigenrichting het gevolg is. (Overigens: Na toevertrouwing is er plotseling selectieve strafrechtelijke, zéér effectieve rechtsbescherming van de als verzorger uitverkoren ouder).

6. Onderzoek zelf vervormt de te onderzoeken werkelijkheid

Ieder onderzoek in een dergelijke instabiele situatie naar het belang van het kind leidt ipso facto tot allesoverheersende polarisatie en vervorming van de oorspronkelijke werkelijkheid.

Dat onderzoek naar wat het beste is in het belang van het kind biedt dan ook geen rationele grondslag voor een beslissing die recht doet aan die oorspronkelijke werkelijkheid.

Rechters en mediators plegen de ouders te vermanen dat zij hun conflict als partners niet moeten uitbreiden tot een conflict als ouders. Maar het zijn nota bene de rechters en mediators zèlf die het conflict die kant op sturen met het centraal stellen van het belang van het kind.

Nieuw te ontwikkelen wetgeving moet uitgaan van de nog niet zo sterk gepolariseerde oorspronkelijke realiteit en mag de heftige strijd tussen de ouders, gevolg van de huidige wetgeving, niet aanzien voor de oorspronkelijke werkelijkheid.

7. Van oogappel tot twistappel

Procedures waarin het belang van het kind als ‘maakbaar’ per geval wordt ‘vastgesteld’ maken het kind van oogappel tot twistappel, als rechtspsychologisch gevolg van de huidige procedure.

C. Nieuw familierecht: rechtspsychologie in plaats van maakbaarheid.

8. Vrede tussen de ouders centraal, door rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en autonomie.

Het belang van het kind is het meest gediend met vrede tussen de ouders. Centraal beginsel van de echtscheidingswet moet daarom worden: het voorkómen van (verdere) polarisatie en het waarborgen van voorwaarden voor behoud of herstel van vrede tussen de ouders. Want vrede tussen de ouders, dat borgt pas écht het belang van het kind.

De wet mag geen enkel aanknopingspunt, hoegenaamd, bevatten dat de vrede tussen de ouders kan verstoren of onvrede kan aanwakkeren. Verkapte ontheffing van of ontzetting uit het ouderlijk gezag of beperking daarvan (eufemistisch aangeduid met omgangsregeling, toevertrouwing, hoofdverblijf, éénhoofdig gezag) moeten daartoe uit het echtscheidingsrecht worden gebannen, evenals diepgravende onderzoeken naar het belang van het kind.

9. Verankering in de wet

Het rechtspsychologisch fundament dient verankerd te worden in de wet. De wet mag aan de rechter geen ruimte bieden om tussen ouders, advocaten, mediator een twist te laten ontstaan over wat het meest in het belang van het kind is.

10. Echtscheiding geen maatregel van kinderbescherming

Echtscheiding mag dan ook niet behandeld worden als een verkapte maatregel van kinderbescherming, maar hoort een ordemaatregel te zijn, waarbij het in beginsel slechts mag gaan om agendakwesties en zakelijke opvoedingsgeschillen (zoals schoolkeuze); verder dan dat moet het rechterlijk ‘maatwerk’ niet gaan, zeker niet richting (dis-)kwalificaties van de ene of de andere ouder. Expliciet maakbaarheidsgeloof is fnuikend, verderreikend maatwerk een illusie. Iedere poging tot maatwerk leidt tot twist over de maatvoering. Te ruime discretionaire bevoegdheid van de rechter leidt tot ongestructureerde debatten en zal het kind onvermijdelijk tot twistappel maken. Met een variant op een bekend adagium: Summa diligentia, summa negligentia.

11. Echtscheiding als ordemaatregel

Ten behoeve van die ordemaatregel moet gelijkwaardigheid van de ouders in de wet als norm en als regelend recht worden vastgelegd, met drastische terugdringing van de discretionaire bevoegdheid van de rechter. Dus:

  • Erkenning schept ouderlijk gezag.
  • Geen hoofdverblijf bij één der ouders maar gelijk verdeeld co-ouderschap (behoudens andere onderlinge afspraken), met beurtelingse huisvesting zoals in België en Franrijk.
  • Afwijken van de regel met grote terughoudendheid en alleen op zakelijke gronden.
  • Wie om privé-redenen wil afwijken van het ouderschapsplan (verhuizing naar een ander deel van het land) draagt zelf de consequenties.
  • Wie zegt niet te kunnen samenwerken met de andere ouder kan niet de ander, maar slechts zichzelf laten ontheffen van het ouderschap.
  • Rechtszekerheid vereist dat onttrekking van het kind aan de door de rechter vastgestelde zorg van de andere ouder wordt voorkomen en zonodig bestreden met de bestaande middelen (sterke arm van rechtswege, opsporings- en dwangmiddelen strafvordering) zonder nieuwe rechterlijke toetsing.
  • Rechtsgelijkheid (gelijkwaardigheid) vereist dat de (dreigende) toepassing van die middelen even stringent tegen moeders als tegen vaders is gericht.

12. Kinderbescherming en bijzonder curator horen niet in het hoofdstuk echtscheiding

Echtscheiding mag niet het wettelijk vermoeden van bedreiging van de ontwikkeling van het kind opleveren. Dat idee stamt uit de tijd dat echtscheiding op zichzelf met zedelijk verval werd gelijkgesteld. Dat wettelijk vermoeden is een self-fulfilling prophecy: Inschakeling van de Raad voor de Kinderbescherming of van een bijzonder curator speelt de ouders tegen elkaar uit. Dàt bedreigt het kind in zijn ontwikkeling. Als een ouder echt niet deugt is er de echte maatregel van kinderbescherming. Met (echt-)scheiding heeft dat niets te maken.