waar is pappa?
klik hier voor dossierindex stalking
Persbericht en brief aan kamer over de stalkingswet

persbericht

je kind willen zien is geen stalking; Tijd niet rijp voor strafbaarstelling Belaging

Het wetsontwerp Dittrich / Swildens-Rozendaal / Vos wordt op 16 mei a.s. in de Vaste Kamercommissie van Justitie van de Eerste Kamer behandeld.

Het Platform Cliëntenorganisaties in Jeugdzorg en Familierecht meent dat dit wetsvoorstel niet moet worden aangenomen. Niet omdat er geen schrijnende gevallen van belaging zouden zijn, maar omdat de bijwerkingen te groot zijn. Het volgende plaatje + tekst illustreert waar onze belangrijkste bezwaren liggen. Nu: Civiele rechters hebben (via contact- en straatverboden) in vele gevallen recht op omgang en informatie voor vader opgeschort, louter omdat moeders ze als dwingend ervoeren.

Straks: Strafrechters die vaders veroordelen omdat moeders hun zoeken naar recht ervaren als stalken?

Wi Wij vinden dat een samenleving, waar men de omgangsproblematiek na scheiding (die enorm is) niet weet op te lossen, beslist niet toe is aan een strafbaarstelling van belaging.

Bij effectuering van de wet wordt het roepen van "belaging" of "stalking" een methode om de niet-gezagsouder (meestal vader) op afstand te houden. Zie ook onze brief aan de Eerste Kamer


 

Aan de woordvoerders van de Vaste Kamercommissie van Justitie van de

Eerste Kamer der Staten Generaal

Onderwerp: wetsvoorstel strafbaarstelling belaging (25 768)

Kamerik, 6 mei 2000

Geachte Heer/Mevrouw,

Op 16 mei a.s. zult u het wetsvoorstel over strafbaarstelling belaging behandelen. Wij hebben de Memorie van Antwoord van 4 april jl. bestudeerd en zijn met een aantal door de wetsindieners gegeven antwoorden niet bepaald gelukkig. Integendeel, wij zijn er meer van overtuigd geraakt dat de tijd nog niet rijp is voor een dergelijke wet.

Wij hopen en verwachten dat u onze argumenten in uw overwegingen wilt betrekken en eraan wilt meewerken dat deze in het debat serieus worden behandeld.

In een eerder stadium heeft het Platform SCJF van zich laten horen door middel van de actiekaart die als bijlage meegaat. De tekst daarvan (dezelfde bijlage) heeft nog steeds een nauwe relatie met ons belangrijkste argument tegen deze wet. De actie bestond erin de kaarten naar de Vaste Commissie van Justitie van uw Kamer te sturen. Wij weten niet in welke hoeveelheden deze door ons gemaakte kaarten ook daadwerkelijk naar de Eerste Kamer zijn gestuurd of in de komende dagen nog worden gestuurd. Wij hopen dat u niet eenvoudigweg redeneert dat het aantal Nederlanders dat geen kaart heeft gestuurd verreweg in de meerderheid is en dat u daarom niet op dit signaal hoeft te letten. Wij hopen integendeel dat wij uw aandacht enigszins hebben weten te vangen en dat u met interesse verder leest.

Hieronder noemen wij de bezwaren die voor ons extra zwaar wegen en die o.i. onvoldoende of geheel niet uit de verf komen in de Memorie van Antwoord.

  1. Wij menen dat de wetsindieners zich te makkelijk afmaken van de vraag van het CDA over de getalsmatige onderbouwing van de ernst van het probleem. Men verwijst simpelweg naar de ervaringen die de Stichting Anti-Stalking zegt te hebben.
  1. Wij vinden dat nooit vrijwel uitsluitend geleund mag worden op beweringen van een belangengroep. Daarbij dient te worden aangetekend dat deze stichting naar buiten toe weinig open is gebleken. In ieder geval zijn de pogingen, die in de loop van de tijd vanuit het Platform SCJF zijn ondernomen om contact te maken met het stichtingsbestuur, alle mislukt.
  2. Daarnaast hebben wij sterke aanwijzingen dat er bij Stichting Anti-Stalking een weinig kritische selectie plaatsvindt van kaderleden die "zelfhulpgroepen" leiden. Er is ons bijvoorbeeld een geval bekend van een leidster van een dergelijke groep die zelf als belager gekenschetst zou kunnen worden; wij weten dat haar "belager" haar nooit heeft belaagd. Overigens sluit dit laatste niet uit dat haar perceptie is dat zij wordt belaagd. Paranoïde gedrag en een ziekelijke manier om aandacht op zichzelf te vestigen gaan soms hand in hand. E.e.a. sluit in zekere zin aan bij wat in de Memorie van Antwoord wordt aangestipt. Belagers zouden vaak uiterst geraffineerd en vindingrijk te werk gaan. Belangrijk van dit voorbeeld is ook dat soms niet duidelijk is, wie de belager is en wie de belaagde. U herinnert zich in dit verband ongetwijfeld ook de zaak Johan Last ook bekend als de Meppeler Stalkings-zaak die enige tijd geleden speelde (zie desgewenst ook http://www.richel.org/jz/johanlast.html). Wellicht maakt dit soort gevallen het selectiewerk van Stichting Anti-Stalking moeilijk, van de andere kant wordt het meer de vraag in hoeverre de ervaringen en cijfers van Stichting Anti-Stalking van waarde zijn.
  3. Wij hebben de indruk dat een grote groep bij Stichting Anti-Stalking gevormd wordt door gescheiden vrouwen die een extreme opvatting hebben over hun moederschap, hun kinderen min of meer zien als hun eigendom, ernaar streven de vader volledig uit het leven van de kinderen te laten verdwijnen en het als belagen zien als die vaders proberen contact met hun eigen kinderen te maken. U herkent de afbeelding op de kaart in dit verband. Als deze mensen ook bij "de ervaringen van Stichting Anti-Stalking" horen, vragen wij ons af wat die verwijzing naar Stichting Anti-Stalking waard is, als het erom gaat de omvang van het belagingsprobleem te beschrijven

 

  1. Het antwoord van de wetsindieners op de vraag van GroenLinks over de uitwerking van de wet in het geval van gescheiden vaders die contact proberen te maken met hun kind (of moeders die contact proberen te maken met hun kind, we nemen aan dat dit ook wordt meegenomen), is in meer dan een opzicht bedenkelijk: " Zou een vader, die van de rechter een omgangsregeling met zijn kind heeft gekregen, door zijn ex-vrouw bij zijn kind worden weggehouden, dan mogen gedragingen van de vader om zijn kind conform de uitspraak van de rechter te zien, niet al te gauw als belaging worden aangemerkt." Wij tekenen hiertegen bezwaar aan. Een omgangsregeling hoort o.i. in dergelijke situaties belaging uit te sluiten.

Misschien nog ernstiger is dat hier wordt gesuggereerd: Als de vader geen door de rechter vastgestelde omgangsregeling heeft en hij probeert regelmatig contact te maken met zijn kinderen, dan is dat een vorm van belaging.

Dat is een extra gevaar omdat omgangsregelingen lang niet altijd tot stand komen zoals volgens de wet zou moeten. De wet is duidelijk, geeft een beslissingsmodel: kind en ouder die niet met het ouderlijk gezag is bekleed of bij wie het kind zijn hoofdverblijf niet heeft, hebben recht op omgang met elkaar, tenzij. Wat in de toepassing van de wet echter vaak een rol speelt is de "haalbaarheid" van zo'n omgangsregeling, d.w.z. de vraag of de andere ouder "er al aan toe is". Ook komt het voor dat de gezagsouder een soort gedrag genereert (dat soms aan belaging doet denken) dat het "er nog niet aan toe zijn" moet onderstrepen. Hoe dan ook, op de subjectieve gronden van de gezagsouder wordt het recht op omgang vaak opgeschort gedurende een lange periode, waardoor vervreemding optreedt en van uitstel afstel komt. De vraag die zich opdringt: Vallen straks alle ouders die het meest natuurlijke doen wat er bestaat, namelijk contact zoeken met hun kinderen, onder de strafwet, omdat het civiele recht niet weet om te gaan met de problematiek?!

Er zijn gevallen van belaging die zeer schrijnend zijn en moeten worden aangepakt. De vraag blijft hoe groot dat probleem is. De voorliggende wet heeft o.i. in de huidige situatie teveel bijwerkingen op de relaties tussen ouders en kinderen. Of anders gezegd: naar onze mening is een samenleving die de omgangsproblematiek na scheiding niet weet te regelen, nog niet toe aan een wet op de strafbaarstelling van belaging zoals die van de indieners.

Met gevoelens van hoogachting,

Namens het Platform Samenwerkende Cliëntenorganisaties in Jeugdzorg en Familierecht

I.H. Smit (Algemeen Bestuur, Cie. Familierecht)
In kopie aan: Zijne Excellentie Mr. A.H. Korthals

;De heer Dittrich

;Mevr. Swildens-Rozendaal

;De heer O.P.G. Vos


Brief van een vader over

Stalking en het uitlokken van geweld

Het Blijf van mijn Lijfhuis in Zwolle slaat op de trom. Een vrouw heeft haar ex-man neergeschoten omdat zij werd lastiggevallen door hem. Wie is slachtoffer en wie is dader?

De vader/ partner kan bij een echtscheiding door voorlopige voorzieningen direct op straat gezet worden. De vrouw stapt naar een advocaat, vraagt echtscheiding aan en binnen een paar dagen volgt dan een rechtzitting. De man wordt dan gedwongen om het huis direct te verlaten, de kinderen worden voorlopig aan de moeder toegewezen, de inboedel evenzo (vaders/ partners krijgen dan de bekende koffer mee) en de vader moet direct een flinke alimentatie betalen.

Dit is de werkelijkheid, een werkelijkheid die in schril contrast staat met redelijkheid en billijkheid. Hiermee lokt de ene partner agressie uit met de partner die op straat gezet wordt, Ouders krijgen samen kinderen, bouwen samen wat op en dan biedt het rechterlijk systeem een ouder de mogelijkheid een geweldige voorsprong te nemen op die ander partnerlouder. Evenwicht en afhankelijkheid tussen de partners is er niet meer. Het is alsof voor aanvang van een voetbalwedstrijd tussen Ajax en PSV de scheidsrechter meedeelt dat het al 3-0 voor Ajax is. Het conflict wordt groter.

Kinderen worden bang want die ouder die de andere ouder bijna alles afneemt weet in haar of zijn geweten echt wel dat het niet klopt wat er gebeurt. Hij of zij wordt dan zelf bang en brengt die angst weer over op de kinderen. Gevolg; de kinderen worden bang.

De vader die op straat gezet is wil overleg, soms terug en zoekt contact met de moeder die dit als lastigvallen ziet. De kinderen worden nog banger. De vader wordt kwader, de moeder banger. En dan is er een mooie taak voor het Blijf van mijn Lijf-huis weggelegd. Wij zullen die bange vrouwen wel beschermen tegen die agressieve mannen die ook wanhopig zijn. Het conflict wordt nog groter. De vader weet niet meer waar zijn kinderen of ex-partner is.

Moraal.
Als vrouwen/ moeders met keiharde voorlopige voorzieningen mannen/ vaders dumpen dan lokken diezelfde vrouwen/ moeders agressie uit.

Vrouwen/ moeders doen dan zielig en worden in hun gedrag vervolgens beloond door een Blijf van mijn Lijfhuis en de Raad voor de Kinderbescherming, al is Raad voor de Kinderbeschadiging soms meer op zijn plaats. Mannen/ vaders krijgen dan verboden opgelegd. Je mag geen contact nietje kinderen etc, etc.

Voor de goede orde is het natuurlijk wel zo dat mannen met hun poten van vrouwen moet afblijven. Vrouwen voelen zich echter vaker bedreigd dan dat ze daadwerkelijk bedreigd/ mishandeld zijn. En waarom voelen vrouwen zich bedreigd? Omdat ze vaak wel weten dat ze hun ex- partner/vader onredelijk en onbillijk behandelen.

Wat te doen doen? - Een wetgeving waarbij beide ouders altijd ouder blijven. Ouders blijven dan van elkaar afhankelijk en geen van beide ouders hoeft bang te zijn om zijn of haar kind te verliezen. - Een ouder moet wettig en overtuigend kunnen aantonen dat de partner direct uit huis moet. Als een vrouw daadwerkelijk mishandeld wordt door haar man is dat een reden. -Bemiddeling verplicht stellen als er kinderen zijn.

Tenslotte; vrouwen verdienen respect, absoluut, mannen evenzo. Vrouwen hebben recht op een eigen leven als ze dat willen en mannen dienen daar respect voor te hebben.

Herman Schiphorst


dossierindex stalking
site-zoekmachine home en inhoudsopgave site het zál vaders een zorg zijn colofon- tips & citaat- mail- links dossier stalking dossier beeld en geluid; klik voor index dossier repressie familierecht; klik voor index dossier ouderverstoting dossier kinderbescherming dossier wetenschap en vaderschap dossier rechterlijke macht dossier feminismekritiek
Last Updated http://vaderseenzorg.nl/persstalking.html : zie ook de andere pagina's