dossierindex rechters-linkers |
Nieuws: doorbraak in openbaarheid |
"In the darkness of secrecy sinister interest, and evil in every shape, have full swing. Only in proportion as publicity has place can any of the checks applicable to judicial injustice operate. Where there is no publicity there is no justice. Publicity is the very soul of justice. It is the keenest spur to exertion, and surest of all guards against improbity. It keeps the judge himself while trying under trial." |
Artikel 121 grondwet: Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het openbaar plaats en houden de vonnissen de gronden in waarop zij rusten. De uitspraak geschiedt in het openbaar. |
Nederland een rechtersdictatuur |
De uitspraak moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd. art 6.1 EVRM Pretto-arrest; " anyone could consult or obtain a copy of it on aplication to the court-registry" |
Artikel 5 wet op de rechterlijke organisatie 1. Op straffe van nietigheid geschiedt de uitspraak van vonnissen en arresten in burgerlijke zaken en strafzaken in het openbaar en bevatten deze beslissingen de gronden waarop zij berusten. 2. Op straffe van nietigheid worden de beschikkingen, vonnissen en arresten in burgerlijke zaken en strafzaken gewezen en de uitspraken in bestuursrechtelijke zaken gedaan met het in deze wet bepaalde aantal rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast. 3. Indien bij de wet is bepaald dat ook anderen dan rechterlijke ambtenaren deel uitmaken van een meervoudige kamer, zijn de beslissingen van de desbetreffende meervoudige kamer tevens nietig, indien deze beslissingen niet zijn genomen met het in deze wet bepaalde aantal personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar. |
zo leren we dat nog steeds op school |
violation of the integrity of the Dutch judiciary
Nog wat interessante citaten De Hoge Raad had in zijn advies de clausulering 'behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen' (in het voorstel van de Proeve gold aldus het voorschrift van de openbaarheid van uitspraken niet absoluut) niet bekritiseerd. Dat deed de Staatscommissie‑Cals/Donner wel. Zij stelde dat de Grondwet hier geen uitzonderingen dient toe te laten en wees hierbij op art. 6 EVRM dat onder meer voorschrijft, dat de toegang tot de rechtszaal aan de pers en het publiek kan worden ontzegd gedurende het gehele proces of een deel daarvan, maar dat het vonnis in het openbaar moet worden gewezen.[22] De eis is derhalve wat de uitspraak betreft absoluut, maar aan de openbaarheid van het proces zelf mogen, aldus art. 6 EVRM, beperkingen worden gesteld op betrekkelijk ruim omschreven gronden.[23] Bij de grondwetsherziening van 1983 werd deze gedachtegang door de grondwetgever ook gevolgd. C.J. Bax, Commentaar op artikel 121 van de grondwet. In: E.M.H. Hirsch Ballin en G. Leenknegt (red.), Artikelsgewijs commentaar op de Grondwet, webeditie 2014 (www.Nederlandrechtsstaat.nl). http://www.nederlandrechtsstaat.nl/module/nlrs/script/viewer.asp?soort=commentaar&artikel=121
============================================================ R. van Boneval Faure, Het Nederlands Burgerlijk Procesrecht (deel 1), Leiden: E.J. Brill 1893 (derde herziene druk), p. 107. De omschrijving van Van Boneval Faure lijkt overigens sterk op die van H.J. Snijders, C.J.M. Klaassen & G.J. Meijer, Nederlands burgerlijk procesrecht, Deventer: Kluwer 2011, no. 39.
Bijna nergens wordt het gebrek aan empirische onderbouwing van de rechtswetenschap zo pijnlijk dui- delijk als in het resultaat van het selectiebeleid van recht- spraak.nl. De discussies die over selectie worden gevoerd, hebben niet tot een doorbraak in de beschikbaarstelling van vonnissen geleid. Waar andere rechtsbronnen hoege- naamd zonder enige vorm van selectie online te vinden zijn, blijft de rechtspraak achter. Een snelle verandering hiervan is zowel voor de groei van de rechtsgeleerdheid als wetenschap als voor een serieuze invulling van de contro- leerbaarheid van de rechterlijke macht noodzakelijk. zie Het best bewaarde geheim van de raadkamer ===========================================================De openbaarheid van de uitspraak wordt in zowel artikel 6 EVRM als in artikel 121 Gw zonder uitzonderingen voor- geschreven. Desondanks is zij niet absoluut. De openbaarheid van de civiele procedure Mag het een onsje meer zijn? Mr. R.R.Verkerk en mr.R.A.Woutering ============================================================ 'In onderhavig geval is de uitspraak niet mondeling in een openbaar toegankelijke gelegenheid uitgesproken en is deze evenmin is gepubliceerd. De beschikking is verzonden aan partijen/belanghebbenden, waarmee conform voormelde artikelen is voldaan aan het openbaarheidsvereiste.' Senior juridisch medewerkster Sluijters van de rechtbank Arnhem op 28-4-2015 (e-mail) |
Het Algemeen Secretariaat Zittende Magistratuur (ASZM) blokkeerde de openbaarheid van uitspraken op 25 augustus 1997. Pas nadat ze dat hadden gedaan, en nadat de kwestie van de openbaarheid vervolgens door Joep Zander en Paul Ruijs aan de orde werd gesteld op het rechterscongres 'Kwaliteit van de rechtspraak op de weegschaal" werd het bestaan van het ASZM gelegaliseerd door een ministeriële beschikking. Toen op 1 januari 2002 de Raad voor de rechtspraak werd ingesteld werd het ASZM opgeheven. Dit alles werd effectief buiten het zicht van de volksvertegenwoordiging gehouden. |
tekst Joep Zander
recent: uitgebreide discussie met de redactie van het Nederlands JuristenBlad
Het is niet helemaal duidelijk wanneer het begonnen is. De eerste actieve burgers viel het omstreeks 1995 op, met name op het terrein van het familierecht bleek de grondwettelijk gegarandeerde openbaarheid van uitspraken opgeofferd aan een vage notie van privacy. Vonnissen werden niet meer letterlijk, mondeling, openbaar uitgesproken en voortaan schriftelijk, maar vaak niet openbaar, afgegeven.
Er was in de regel ook geen individuele inzage mogelijk. Wel werd vaak onder de vonnissen geschreven dat ze openbaar waren uitgesproken. dat bleek bij nader inzien gewoon een regelrechte leugen. (Valsheid in geschrifte door twee ambtenaren in functie)
In 1996 was een aantal leden van de stichting Dwaze Vaders regio Oost zo verbaasd over het optreden van sommige rechters dat ze wel eens wilden weten of de geconstateerde misstanden een structureel karakter dragen. Daartoe werd verzocht om inzage in uitspraken van de rechtbank Zutphen. Aangezien dat soort uitspraken nou eenmaal niet toegankelijk zijn op het moment van uitspreken zal openbaarheid door inzage dienen te geschieden. De eerste reactie van de griffie Zutphen was dat er iets mis was met de verzoekers; ze zouden een gebrek hebben aan vertrouwen in rechters. Later begon men daar dossiers en uitspraken grondig door elkaar te halen zodat er geen touw meer aan enig vermeend argument vast te knopen was.Het handelen van de rechterlijke macht is niet meer inzichtelijk. Argumenten waren er aanvankelijk helemaal niet. Het was gewoon tegen de grondwet, maar niemand die er iets aan deed, ook en vooral Boris Dittrich niet. Ergens kon je af en toe een rechtbankpresident wat horen mompelen over privacy, maar dit doet beslist tekort aan het absolute karakter van de teksten van grondwet art 121 en Rechterlijke Organisatie art 5 (zie rechterklom))
Eerste maakte het, toen nog illegitieme, mogelijk illegale, Algemeen Secretariaat Zittende Magistratuur het op 25 augustus 1997 tot dwingend beleid voor rechters om vonnissen achter te houden voor het publiek (zie rechterkolom). Rechtbanken (Arnhem bijvoorbeeld-Hooft Graafland en mr Steenland), die wat anders vonden, schikten zich later in dit dictaat dat overigens an sich ook een ontoelaatbare inmenging in de eigen verantwoordelijkheid van de rechter betekende. De rechter is namelijk individueel verantwoordelijk voor het openbaar doen van zijn vonnissen. In feite kun je spreken van een strafbare samenspanning van de rechterlijke macht tegen een van de basisprincipes van de Trias Politica.
Pogingen van mij om de Titanic te keren, waarbij ik een heel rechterscongres unaniem op mijn hand kreeg, liepen op niets uit. Ook in andere Europese landen speelde dit probleem. Bijvoorbeeld in Engeland. In 2001 Oordeelde het Europese hof in tegenstelling met eerdere uitspraken ( bijvoorbeeld het Pretto-arrest) in een oordeel in de zaak B en P (Pelling) tegen het United Kingdom dat openbaarheid van uitspraken slechts een relatief recht is dat kan worden afgewogen tegen privacy. Overigens was een flinke minderheid van het hof een heel ander oordeel toegedaan en het is dan ook goed om dit stuk te lezen. Inmiddels wordt Dhr Pelling bedreigd met 2 jaar gevangenisstraf wegens het publiceren van een vonnis dat volgens de Engelse Justitie geheim is; meer hierover op deze website.
Met het arrest van het Hof in Straatsburg leek de zaak juridisch dichtgetimmerd. In die zin dan dat de rechters de rijen gesloten hadden en zich collectief tegen de wet hadden gekeerd. In 2006 schreef de commissie de Meij (Vereniging Media en Communicatierecht) een rapport over de openbaarheid van uitspraken . Hun voorstel was om de "uitzonderingen" op openbaarheid die de rechterlijke macht bedacht, te codificeren in de Grondwet. De commissie beweerde in haar berichtgeving naar buiten dat ze de openbaarheid zou gaan verbeteren.
In 2010 werd een wetsontwerp aanhangig gemaakt dat beoogt de mogelijkheid te openen dat in bepaalde, door de rechter aan te wijzen, gevallen zittingen in het familierecht openbaar zijn. De stichting Kinderen-Ouders-Grootouders startte naar aanleiding daarvan een kaartenactie ( zie hiernaast)
Een aantal mensen die het wel weten zien de bui al hangen en vrezen een totale instorting van de rechtspraak en de maatschappij als deze zaken helder aan het licht komen. Toen ik 10 jaar geleden een keer met Tweede Kamerlid Otto Vos over het probleem van de openbaarheid van uitspraken sprak zei hij iets in de trant van " Joep, ik ga daar geen vragen over stellen. Dan kan het nog veel erger worden." Ik snapte dat toen niet goed. Maar sinds het optreden van de cie de Meij snappen wij het geloof ik wel. De rechterlijke macht volgt al jarenlang de tactiek om de wet naar hun hand te zetten (zich dus regelrecht met de wetgeving te bemoeien) in plaats van ernaar te leven. Daarom bepleit de cie de Meij codificering van de niet-openbaarheid. (Zie boven). Daarom hebben wetenschappers als Crombach wel harde kritiek maar noemen ze niet echt man en paard.
De pers, en zeker de Nederlandse interesseert zich in het geheel niet voor het onderwerp. Paul Ruijs slaagde er een enkele keer in wat in de pers te krijgen en Joep Zander publiceerde erover in het Katholiek Nieuwsblad en (sic) de door het ministerie van Justitie uitgegeven justitiekrant. Een uitgebreid artikel van Paul Ruijs is ook terug te vinden in het boek "Kwaliteit van de rechtspraak op de weegschaal"
In 2016 schreef Joep Zander een, volgens zijn begeleidend hoogleraar, 'goed en overtuigend' artikel voor het Nederlands Juristenblad over de kwestie van openbaarheid en het machtsmisbruik van de Raad voor de Rechtspraak en haar voorgangers. Een en ander leidde tot een zeer merkwaardige correspondentie met de redactie van dat blad. De argumenten van de redactie om het artikel af te wijzen getuigden volgens Joep van een volledige verstandsverbijstering. Nader te duiden als een collectieve psychose. De praktijk van niet-openbaarheid lijkt als het ware vervolgens theorie te worden gezien de volgende passage op de site van een advocaat. Dit overigens dus ondanks het feit dat al die rechters en griffiers nog steeds onder hun geheime verhaaltjes schrijven dat ze openbaar zijn uitgesproken.
En hoe komt het nu dat dit onrecht zomaar voortduurt en er zich eigenlijk niemand voor interesseert?
Een hoop heeft te maken met cognitieve dissonantie/ cognitieve afstand. Zie hiervoor wat opmerkingen op deze pagina.
Een belangrijk probleem is dat er in familierechtvonnissen een hoop onzinnige beweringen over mensen staan. Mensen hebben het er allicht moeilijk mee dat beweringen over hun openbaar worden. Maar dat geldt des te meer voor valse beweringen. Het vervelende is dat dit probleem pas goed kan worden aangepakt door openbaarheid en transparantie. Dit maakt dat er zorgvuldiger zal worden omgegaan met de werkelijkheid. Misschien is het daarvoor ook noodzakelijk de toegankelijkheid van de procedures zelf te vergroten. Verder lijkt me er vanuit het door de wetgever beoogde doel van jurisprudentie en controleerbaarheid weinig in te brengen tegen het anonimiseren van persoonsgegevens van betrokken partijen. Gegevens van deskundigen en professionals in de zaak zouden wel zichtbaar moeten blijven lijkt me.
Hierover ga ik binnenkort verder.
Joep Zander
Journalisten lopen als makke schapen achter rechters aan.
In de Trouw van woensdag 28-7-2004 een prachtig stukje propaganda van de rechterlijke macht. De Raad voor de rechtspraak heeft bedacht dat het in het belang van de openbaarheid van rechterlijke uitspraken van belang is dat journalisten met begrip het rechtsbedrijf kunnen verslaan.
Voorwaar een prachtig staaltje double speak. Het was immers de voorganger van de Raad voor de Rechtspraak zelf die de openbaarheid van uitspraken in Nederland als principe aan de wilgen heeft gehangen. Burgers hebben sindsdien geen algemeen recht meer op toegang tot rechterlijke uitspraken. Dit is overigens letterlijk in strijd met onze grondwet die openbaarheid, zonder uitzondering, gelast. Nederlandse rechters staan daarin overigens niet alleen. Inmiddels heeft ook het geroemde Europese Hof voor de Rechten van de Mens dit beleid voor heel Europa goedgekeurd. Wederom integraal in strijd met artikel 6 van de Europese verklaring van de rechten van de mens ( zoals een minderheid bij dat hof overigens destijds goed belichtte)
De Raad voor de Rechtspraak heeft geen enkel belang bij kritische burgers die de gang van zaken bij de rechterlijke macht onder de loep nemen. Dat ze belang heeft bij de openbaarheid van uitspraken is onzin. Ze heeft belang bij kritiekloze burgers die ja en amen roepen als een rechter wat zegt. En belang bij kritiekloze journalisten waar de betreffende trouwjournalist er een van is. Natuurlijk is er wel eens een moment van incidentele kritiek op de rechterlijke macht, maar werkelijk fundamentele of structurele kritiek daar durven de Nederlandse journalisten zich niet meer aan te wagen. Dat blijkt uit dit stukje en uit het feit dat de problematiek van de openbaarheid van uitspraken in Nederland niet in de pers is geweest (vooruit; een keer heb ik de gelegenheid ergens gehad).
© Joep Zander
Publicist en pedagoog
zondag 30 april 2006, 12:04 uur (reactie op blog Marie-Jose Klaver NRC)
Soms lijkt het anders dan het is. De facto wil de commissie de Meij het bestaande gebrek aan openbaarheid codificeren. Dat betekent dat ook de grondwet het straks gaat toelaten dat sommige ( in de praktijk: heel veel) uitspraken niet meer zijn te lezen voor de gemiddelde burger. Nu is het alleen nog maar praktijk van de rechterlijke macht; straks is het wet. Het is een typisch staaltje van dubbelpraat dat deze commissie nu doet voorkomen of het allemaal verbetert. Natuurlijk is het aardig dat er meer vonnissen op internet verschijnen. Maar de crux is natuurlijk: zijn alle vonnissen openbaar of alleen die waar de rechterlijke macht zelf geen bezwaar tegen heeft. lees meer over openbaarheid van uitspraken op: (=hier)
Op de volgende plek
vonden we overigens een aardig artikel over de belangenverstrengeling tussen NRC en de Rechterlijke macht.
Secret courts have long been recognized as an invitation to chicanery. "Where there is no publicity, there is no justice," wrote British philosopher and jurist Jeremy Bentham. "It keeps the judge himself while trying under trial." Judges claim the secrecy protects family privacy, though in fact it seems to provide a cloak to violate family privacy and other protections with impunity.
Stephen Baskerville
The Politics of Family Destruction
.............er geen echte gevallen van partijdigheid aan het licht waren gekomen. En die zullen niet meer aan het licht komen ook omdat na het IRM rapport openheid, het fundament van iedere rechtsstaat, definitief buiten de deur werd gezet. Wat eeuwenlang openbaar was en openbaar dient te zijn - inzage in rechterlijke uitspraken- werd onlangs bij wet (art. 28 Rv) onmogelijk gemaakt. En ook toekomstige generaties studenten zullen alleen nog maar geanonimiseerde uitspraken mogen bestuderen. Officieel vanwege de privacybescherming die in Nederland tot ongekende hoogte is uitgegroeid en als bijkomend voordeel met zich meebrengt dat nieuwe onthullingen of voorbeelden van de verkeerde schijn, effectief worden voorkomen. Geen kamerlid dat zich overigens verzette tegen deze inperking van de openbaarheid van rechtspraak, toch ooit bedoeld om iedereen in de gelegenheid te stellen om te kijken of het er allemaal eerlijk en netjes aan toegaat in rechtszalen en gerechtshoven.. Paul Ruijs in Trouw 31-8-2002
De opstart van een procedure van het Platform SCJF tegen een Nederlandse rechtbank over dit principiele punt is dan ook voorlopig ws van de baan.
Overigens blijft het niet nakomen van de openbaarheid van uitspraken een overtreding van de Nederlandse grondwet, een schending van het Europese Verdrag voor de rechten van de mens en een herhaalde schoffering van de heer Woffensperger van D66 die destijds in de Tweede kamer meerdere malen ten overvloede te horen kreeg dat het principe van de openbarheid absoluut is en zelfs door staatssecretaris Kosto als zeurkous werd bestempeld.
Overigens inmiddels geheel afgedekt door diezelfde partij in de persoon van de heer Ditrich die zelf volgens eigen zeggen de functie van rechter en kamerlid combineeert en daarmee ook in die zin geen respect toont voor de Trias Politicas.
In de aangehaalde beschikking van de Hoge Raad wordt onder andere het Pretto-arrest (Europeesche hof A-71 1983) aangehaald. Het is duidelijk dat de opmerking van de Hoge Raad "als elke andere
belanghebbende inzage en afschrift van die beschikking kunnen verkrijgen". Gezien moet worden als een vertaling van de volgende zinsnede uit het Pretto-arrest;
" anyone could consult or obtain a copy of it on aplication to the court-registry"
Het lijkt mij hiermee evident dat met de term elke belanghebbende wordt bedoeld; een ieder die daar belang in stelt. "Anyone" betekent namelijk "iedereen"
Dat overigens ook in de Nederlandse wet het begrip belanghebbende deze algemene betekenis kan hebben bewijst de kamerbehandeling van het familieprocesrecht;
Artikel 429 k lid 2 zal moeten worden bezien in het licht van de wetsgeschiedenis (TK 55 24 febr. 94) Hier stelt de heer Kosto met herhaalde zeer grote nadruk tegenover vragen van Wolffensperger dat uitspraken in het familierecht volstrekt openbaar zijn. ("Ik zeg heel helder en duidelijk dat de uitspraak niet voorgelezen hoeft te worden. De openbaarheid impliceert wel dat een ieder die dat wenst een kopie van de uitspraak kan krijgen" TK 55-4153)
Hier wordt dus in feite omschreven dat het begrip belanghebbende in artikel 429 moet worden geï nterpreteerd zoals ook hiervoor al aangegeven, namelijk in de ruime betekenis van het woord.
De boven aangehaalde uitspraak van de HR kan nooit in het licht van de kamerbehandeling worden bezien; die kwam er namelijk na.
home | colofon- tips & citaat- mail- links |
Last Updated http://vaderseenzorg.nl/openbaarheid.html : zie ook de andere pagina's |