Klik hier voor welkomspagina Het zál vaders een zorg zijn

Pleidooi Dittrich in de tweede Kamer


"In 2001 vonden er 37.500 scheidingen plaats. Naar schatting verliezen 25 kinderen per dag het kontakt met één van beide ouders. Waar dat toe kan leiden, heeft de Amerikaanse professor Gardner omschreven als Parental Alienation Syndrome (ouder vervreemdingssyndroom). Het levert veel problemen op. Met name in de leeftijd van 25 tot 45 jaar belanden veel kinderen die op jonge leeftijd slachtoffer van een vervelende echtscheiding met een verbod om de niet-verzorgende ouder te zien, bij de psychiater op de bank. Aldus oud-hoogleraar familierecht Peter Hoefnagels, gespecialiseerd in forensische omgangsbemiddeling. Voor hen is het moeilijk zelf harmonieuze relaties aan te gaan.

Kortom, problematische omgangsregelingen leveren veel ellende op voor ouders en kinderen. Het is een groot maatschappelijk belang dat de wetgever probeert een bijdrage te leveren aan de verkleining van dit probleem.

Gezamenlijk gezag is uitgangspunt.

Tijdens het huwelijk hebben beide ouders gezamenlijk gezag. Ook na ontbinding door echtscheiding, tenzij de rechter het gezag aan één van de ouders toekent. Opvallend is dat relatief vaak het gezamenlijk gezag door de rechter wordt verbroken en aan één van de ouders wordt toegekend. In ruim 90 % van de gevallen aan de moeder. Kan de minister van Justitie aangeven, hoe dit te verklaren is? Mij hebben uit de rechtspraktijk veel voorbeelden bereikt van beslissingen waarin standaard gemotiveerd stond dat de moeder het gezag zou krijgen, terwijl beide ouders gezamenlijk de kinderen hadden verzorgd en opgevoed. De niet-verzorgende ouder heeft recht op omgang. Hoe verklaart de minister het dat ondanks de strenge gronden in art. 377a om omgang te weigeren, dit in de praktijk geregeld voorkomt? Prof. Hoefnagels stelt dat veel medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming en zelfs sommige rechters onvoldoende op de hoogte zijn van de wil van de wetgever beide ouders kontakt met hun kinderen moeten kunnen blijven houden. Wat gaat de minister doen om te bereiken dat de instanties die met de wet werken, de wet ook interpreteren, zoals bedoeld?

Verplichte scheidings- en omgangsbemiddeling.

Uit de experimenten met scheidings- en omgangsbemiddeling blijkt dat ongeveer 60 % van de bemiddelingen slaagt. Met name bij scheidingsbemiddeling is er groot succes. Het helpt echt wanneer een mediator de communicatie tussen de partners met conflicten over de omgangsregeling op gang brengt.

D66 trekt de conclusie dat mediation verplicht moet worden.

Wij zien het als een verantwoordelijkheid van de wetgever om de procedures zodanig in te richten dat de rechter zich pas over de zaak buigt, nadat een mediator verslag heeft uitgebracht van de bemiddelingsgesprekken. Wij zien twee mogelijkheden : ofwel een niet-ontvankelijkheidsverklaring, indien een verzoek bij de rechter wordt ingediend zonder verslag van een mediator, ofwel een automatische verwijzing door de rechter naar een mediator, wanneer de zaak zonder verslag aanhangig wordt gemaakt. Om tegen te gaan dat de mediation-fase gebruikt wordt om tijd te rekken en omgang intussentijd niet plaats te laten vinden, lijkt het noodzakelijk om in de wet een minimale standaard omgangsregeling op te nemen. Eén die veel lijkt op de gemiddelde omgangsregeling : de niet-verzorgende ouder heeft recht op de kinderen gedurende 1 weekend per veertien dagen. Hiermee neemt de wetgever de verantwoordelijkheid dat omgang uitgangspunt is, waar nauwelijks van af te wijken valt. Slechts in bewijsbare gevallen van mishandeling, incest etc.

De verzorgende ouder die een omgangsregeling frustreert, moet geprikkeld worden toch haar medewerking te verlenen in het belang van de kinderen. D66 denkt aan een omgangs-OTS, waarbij een kindervoogd wordt benoemd, speciaal om de omgang vlot te trekken. De kindervoogd zou tevens mediator moeten zijn. Wij willen deze nieuwe voogd buiten de sfeer van de Jeugdzorg houden. Een financiële prikkel zou gelegen kunnen zijn in de vastlegging dat in dit type zaken de kostencompensatie komt te vervallen en dat de weigerachtige ouder kan worden veroordeeld in de proceskosten van de omgang-zoekende ouder. Hoe staat de minsiter hier tegenover?

Kwaliteitseisen mediation.
Wat D66 betreft moeten hoge eisen aan de mediators worden gesteld. Zij moeten goed op de hoogte zijn van de psychologische processen die bij scheidingen spelen. Prof. Hoefnagels pleit voor een aanpak, waarin het "adieu" alsnog plaatsvindt in het bijzijn van de mediator, waarna de annexe problemen tot een oplossing kunnen worden gebracht. Bovendien moet er een duidelijk protocol komen en afspraken worden gemaakt over hoe de mediator met vertrouwelijke informatie, tijdens de mediation verkregen, omgaat.
Hoe staat de minister tegenover verplichte mediation? Zoals bekend heeft D66 tijdens de behandeling van de Justitiebegroting een motie ingediend die dit uitspreekt. De motie wordt door een meerderheid van de Kamer ondersteund.

Pas na mislukte mediation de mogelijkheid van een onderzoek door de Raad.
Pas als de mediation mislukt is en dit blijkt uit de rapportage van de mediator aan de rechter, komt wat D66 betreft de Raad voor de Kinderbescherming en deskundigen in aanmerking om een onderzoek in te stellen. Er is veel kritiek op de kwaliteit van het Raadswerk. Welke aanpak kiest de minister om die kwaliteit te verbeteren? De organisatie SOS-papa heeft een onderzoek ingesteld naar de kwaliteit van onderzoek van de FORA, de forensische deskunigen die de rechter ook adviseren. Uit de evaluatie van 1999 die Justitie heeft laten uitvoeren, blijkt dat er 6 knelpunten zijn gesignaleerd. Die knelpunten waren in 2002 nog niet opgelost. Aan de Tweede Kamer is een onderzoek beloofd naar de plaats van de forensische diagnostiek. Dat rapport zou voor de zomer van 2002 worden aangeboden. Daarna zou er een implementatietraject worden afgesproken. Bovendien zou vóór de zomer gereed komen een analyse van de knelpunten rond het beperkte effect van de Onder Toezicht Stelling (OTS). Wat kan de minister ons aan nieuws op dit front melden?

Uit de richtlijnen voor het werk van de Raad voor de Kinderbescherming blijkt dat een Raadsonderzoek 13 weken mag duren. De regering schrijft dat het soms langer duurt. Er worden een paar redenen genoemd. Bij één ervan stijgert de fractie van D66 en dat is dat de verzorgende ouder weigert haar medewerking te verlenen. Weigering zet dus een premie op langslepende raadsonderzoeken. Ondertussen ziet de vader de kinderen niet. Dat moet afgelopen zijn, vandaar mijn voorstel in de wettekst een minimale standaard omgangsregeling op te nemen.

Het informatierecht in de praktijk.
De wet kent de niet-verzorgende ouder ook een informatierecht toe. Helaas wordt dat in de praktijk vaak met voeten getreden. Ook derden, zoals scholen, houden zich er niet aan. Er ontstaan Kafka-achtige situaties : de rechtbank stelt als voorwaarde voor de ontvankelijkheid van een verzoek een omgangsregeling vast te stellen dat de vader de verblijfplaats van de kinderen vermeldt, maar de gemeente weigert die bekend te maken. Zo word je als vader van de rechter afgehouden en dat is in strijd met de Grondwet! Scholen die geen informatie willen verstrekken, ondanks een beslissing van de rechter daartoe, weigeren klachten daarover door de Klachtencommissie in behandeling te laten nemen en verwijzen naar Justitie door. Justitie heeft een folder, waarin staat dat de vader de klacht bij de klachtencommissie moet aankaarten. Wat gaat de minister doen om deze patstelling te doorbreken?

Strafbaarstelling?
In België is onlangs een vrouw die verschillende rechterlijke bevelen om aan de omgang mee te werken, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden. In België en Frankrijk is niet-meewerken aan een vastgestelde omgangsregeling strafbaar. D66 is niet voor het introduceren van een specifieke strafbaarstelling. Maar volgens professor Hoefnagels is de weigerachtige ouder volgens de huidige wet al strafbaar, art. 300 lid 4 Sr. Mishandeling is het opzettelijk benadelen van iemands gezondheid. Is de minister bereid met het College van procureurs-generaal kontakt op te nemen om te stimuleren dat een notoire weigerachtige ouder die beschikkingen van de rechter aan de laars lapt, op basis van dat artikel te vervolgen. Wat D66 betreft moet er geen gevangenisstraf worden geëist, maar een specifieke leerstraf, waarin het belang van het kontakt tussen kinderen en hun beide ouders centraal staat. Desnoods een taakstraf, bijvoorbeeld een tijdje werken in een kinderhuis. D66 verwacht hier een preventieve werking van. Graag een reactie van de minister. Omgangshuizen. D66 wil dat het oorspronkelijke plan voor tien omgangshuizen in heel Nederland uit de la wordt gehaald en opnieuw in samenwerking met particulieren wordt ingevoerd. Vandaar het amendement van D66 op de begroting


home site het zál vaders een zorg zijn inhoudsopgave colofon tips & citaat mail links site zoekmachine en surftips dossier stalking dossier ouderverstoting dossier kinderbescherming dossier rechterlijke macht


site <A title=Joep Zander"> site het zál vaders een zorg zijn Last Updated http://vaderseenzorg.nl/dittrich.html : zie ook de andere pagina's