site joep zander other publications of Joep Zander De Raad voor de Rechtspraak misbruikt haar macht


Artikel van Harry van Bommel en Joep Zander verschenen onder de titel "Waarom worden niet gewoon alle rechterlijke uitspraken gepubliceeerd?"

Een geupdate variant is gepubliceerd op de website van Joop.nl (op de site van Joop.nl (BNNVARA))

Er waren veel dagbladen die ons artikel afwezen, maar uiteindelijk was het Friesch Dagblad zo moedig om onze tekst af te drukken. Het artikel leidt inmiddels tot bespreking in de Tweede Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid.

De tekst:

Onafhankelijke rechtspraak is een pijler van onze democratie. Openbaarheid is een belangrijk middel daarbij. In het coalitieakkoord van Rutte IV staat dat wordt bevorderd dat 'rechterlijke uitspraken meer worden gepubliceerd'. Met dat voornemen wordt erkend dat het grondwettelijk beginsel van openbaarheid van uitspraken thans niet wordt nageleefd. Mede daarom is er aanleiding voor een kritische blik op de praktijk van de Nederlandse rechtsstaat.

Openbaarheid is een essentieel instrument voor toetsing en het in machtsbalans brengen van de trias politica. Het belang daarvan is vastgelegd in artikel 121 van de Grondwet dat voorschrijft dat vonnissen in het openbaar moeten worden uitgesproken. In 1997 echter verbood het Algemeen Secretariaat Zittende Magistratuur (ASZM), de voorloper van de Raad voor de Rechtspraak, zonder daarbij de afwijking van de Grondwet te motiveren, Arnhemse rechters openbaar uitspraken te doen in familierechtzaken. Dit is een stellingname die niet alleen op zichzelf onwettig is maar het ondergraaft ook de zelfstandige positie van de individuele rechter die verantwoordelijk is voor het toepassen van de wettelijke regels omtrent uitspraken. De rechtbank Arnhem volgde echter het decreet van het ASZM en rechters vermeldden daarna ten onrechte onder uitspraken dat deze openbaar zouden zijn uitgesproken. Rechter Willem Korthals Altes noemde dit in Mediaforum april 2006 de 'Grootste leugen.' Het decreet was temeer bijzonder omdat het ASZM toen nog geen wettelijke basis bezat.

Onafhankelijke rechtspraak betekent dat iedere rechter afzonderlijk en zonder last of ruggespraak op basis van de wet en internationale verdragen zelfstandig uitspraak kan doen. Ook dat is grondwettelijk vastgelegd. De onafhankelijkheid van rechters wordt bevorderd doordat rechters voor het leven worden benoemd en zonder last of ruggespraak hun werk moeten doen. De rechterlijke macht als organisatie bezit een zekere mate van onafhankelijkheid, maar de gewenste onafhankelijkheid van de individuele rechter staat onder druk.

In 2006 constateerde toenmalig VVD-parlementslid Ruud Luchtenveld bij het wegstemmen van een door hem ingediend wetsvoorstel dat de aantoonbare lobby van de rechterlijke macht daarbij doorslaggevend was. Dat wetsvoorstel ging over ouderschap na scheiding en beperking van de rol van rechters daarbij. Er zaten destijds ook rechters in de senaat. Die onverenigbaarheid van functies werd later ook ingezien door de Nederlandse Vereniging van Rechtspraak en sindsdien komt die praktijk niet of nauwelijks meer voor. Lobby en dubbele pettten van rechters getuigen niet van een goede scheiding der machten.

Rechters zijn op hun beurt niet onafhankelijk van de Raad voor Rechtspraak. Vorig jaar verwees dagblad NRC (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/05/30/baas-rechtspraak-de-rechtsstaat-staat-weer-op-de-agenda-a4045430) naar de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak als de 'baas rechtspraak'. Alleen al uit die titel blijkt dat het niet de individuele rechter is die de dienst uitmaakt, maar de Raad voor de Rechtspraak. Maar ook ín het artikel zelf denkt de Raad zich te kunnen blijven scharen achter een beperking van de openbaarheid die haar voorganger ooit instelde. Er worden ook uitspraken gedaan over taakstraffen. Daarbij gaat de Raad verder dan het faciliteren van de rechtspraak via financiering, onderzoek en hulp bij het verkorten van doorlooptijden van rechtszaken. De Raad bemoeit zich ook inhoudelijk met zaken door rechters aan te wijzen die namens de rechtspraak over algemene inhoudelijke zaken het woord mogen voeren in de media. Dit gebeurt onder andere in het familierecht, bijvoorbeeld standpunten over de manier van handhaven van gezamenlijke zorg en gezag van ouders. Inhoudelijke afstemming wordt in een normale rechtsgang gevormd door de in de wet voorziene structuur waarbij door jurisprudentie afstemming wordt bereikt. Net als nu in het coalitieakkoord staat, kondigde de 'baas rechtspraak' in NRC aan dat hij het aantal gepubliceerde, en daarmee ook openbare, uitspraken aanzienlijk zou verhogen. De toen aangekondigde 75 procent laat nog steeds veel ruimte om te bepalen wat openbaar is en wat niet. Dat dringt de vraag op waarom niet gewoon wordt gedaan wat er in de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) art 6.1 staat, namelijk onverkorte openbaarheid van alle uitspraken? Volksvertegenwoordigers zouden die vraag aan de Minister van Justitie kunnen stellen.

Versterking van de individuele rechterlijke onafhankelijkheid verdient prioriteit en is gebaat bij transparantie in het doen van uitspraken maar ook in de benoemingsprocedure van rechters en het tegengaan van oneigenlijke hiërarchische invloeden. Om het functioneren van rechters te bewaken valt te denken aan een tuchtcommissie met burgers onder regie van een speciale door het parlement aangestelde ombudsman samen met het betrekken van juristen en burgers zoals bijvoorbeeld te vinden bij de Alaska Commission on Judicial Conduct. Die commissie, bestaande uit negen rechters, advocaten en burgers, beoordeelt klachten over mogelijke rechterlijke dwaling. Alaska wijzigde er in 1968 de Grondwet voor. De Nederlandse regering loopt voorop bij het bekritiseren van de Hongaarse en de Poolse rechtsstaat. We kunnen proberen ons een oordeel te vormen over de Poolse en Hongaarse rechtsstaat, maar dan past het wel om ook thuis orde op zaken te stellen.

Harry van Bommel is voormalig lid van de Tweede Kamer, Joep Zander is pedagogisch en juridisch publicist

Achtergronden bij dit artikel

: dossier rechterlijke macht

Behandeling in commissie Justitie en Veiligheid

Naar aanleiding van onze publicatie over de openbaarheid van uitspraken en het machtsmisbruik van de Raad voor de Rechtspraak stelden Harry van Bommel en ondergetekende een aantal vragen op richting Tweede Kamercommissie Justitie en veiligheid. Het ziet er inmiddels naar uit dat deze commissie er ook iets mee gaat doen in haar vergadering van 9 november.

Ik citeer hieronder de vragen die we hebben gesteld:

- Is het de minister bekend dat al minimaal 25 jaar het binnen de rechterlijke macht beleid is om bij minstens de helft van de rechtszaken de grondwettelijke openbaarheid van uitspraken naast zich neer te leggen en dat als gevolg daarvan burgers wordt geweigerd inzage te verkrijgen van uitspraken die desalniettemin zelf vermelden dat ze in het openbaar zijn uitgesproken?

- Deelt de minister de opvatting dat geanonimiseerde publicatie van 100 % van alle rechterlijke uitspraken dit probleem op de meest effectieve manier oplost? In het regeerakkoord wordt slechts gesproken van het uitbreiden van het aantal publicaties van uitspraken. De Raad voor de Rechtspraak heeft het over 75 %. - Is de minister bekend met het feit dat de wijze waarop de Raad voor de Rechtspraak in voorkomende gevallen de grondwettelijke openbaarheid onmogelijk heeft gemaakt tot een situatie heeft geleid waarin burgers die wel openbaarheid eisten het leven moeilijk werd gemaakt?

- Kan de minister aangeven hoe er moet worden omgegaan met de honderdduizenden uitspraken uit het verleden die niet voldeden aan de wettelijke eis van openbaarheid?

- Kan de minister komen met voorstellen om de positie van burgers in deze te verbeteren door organen in te stellen waarin daartoe aangestelde burgers rechtstreeks de belangrijkste stem krijgen bij de behandeling van klachten tegen rechters en het functioneren van de rechtelijke organisatie? Daarbij kan in aanmerking worden genomen dat dergelijke organen op diverse wijzen in andere staten functioneren (bijv Alaska).

- Kan de minister komen met voorstellen om de positie van de individuele rechter te versterken ten koste van de aanwezige hiërarchie waarin Raad voor de Rechtsprak en de minister zelf een belangrijke positie innemen? Hierbij valt ook te denken aan het benoemingsbeleid waarin nu de uitvoerende macht een grote rol speelt.

Uit het antwoord van de commissie:

uw bovengenoemde e-mail is door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid ontvangen en besproken.

De commissie heeft besloten dat er in uw e-mail informatie staat die gebruikt kan worden tijdens het commissiedebat over rechtspraak op 28 september 2022. De Kamerleden kunnen uw e-mail ter voorbereiding lezen. Kamerleden maken zelf een keuze wat zij met de informatie doen en hoe zij de informatie gebruiken. Mogelijk zal dit commissiedebat worden afgerond met een heel kort plenair debat (tweeminutendebat).

Het commissiedebat over rechtspraak is openbaar. U kunt er dus bij aanwezig zijn of het live volgen via www.tweedekamer.nl of onze app Debat Direct. U kunt het debat ook terugkijken via https://debatgemist.tweedekamer.nl

brief aan een aantal kamerleden

Geachte mevrouw, beste, Aanstaande woensdag heeft u van 10.00-13.00 uur een debat met minister Weerwind over de rechtspraak. Op de agenda staat onder meer de brief van de minister 'Publicatie van rechterlijke uitspraken en ontwikkelingen in digitalisering van de Rechtspraak.'(29279-706) Wij stuurden u eerder een opinieartikel van onze hand met bijlagen over dit onderwerp, met daarin een aantal vragen met betrekking tot de praktijk van het fundamentele, in de Grondwet absoluut vastgelegde, beginsel van openbaarheid van uitspraken.

Wij maken ons zorgen over de strekking van de brief van de minister.

Om te beginnen merken wij op dat het principe en praktijk van de openbaarheid van uitspraken op zichzelf in die brief niet aan de orde komt. De brief gaat over publicatie van uitspraken. Het is zeker zo dat publicatie van uitspraken een prima manier is om uitspraken openbaar te maken. Maar om aan de absolute eis van openbaarheid te voldoen dienen ze dan wel allemaal zonder uitzondering te worden gepubliceerd. Aangezien andere manieren van openbaar maken in de regel door de rechtspraak worden geblokkeerd is het geen vrijblijvende keus en zeker geen zaak van onafhankelijke rechtspraak zoals de minister het nu doet voorkomen. De minister heeft het over het maken van een wettelijke grondslag maar negeert in zijn brief de grondwettelijke grondslag via een ingewikkelde omzeilende beweging.

Verder valt het op dat de minister zich beklaagt over de kosten van het anonimiseren van uitspraken. Uiteraard zal het veel moeite kosten om uitspraken die in het verleden ten onrechte niet geanonimiseerd zijn geproduceerd alsnog te anonimiseren. Maar nieuwe uitspraken kunnen ons inziens tamelijk eenvoudig zonder veel extra moeite in twee vormen worden geproduceerd door eerst de geanonimiseerde versie te produceren en met “zoek en vervang” daarna namen en dergelijke in te vullen.

Graag wijzen we nog een keer op ons artikel waarin we wat uitgebreider op de problematiek ingaan. Mocht u nog meer achtergrond willen dan bevelen wij ook het nog uitgebreidere van referenties voorziene artikel van Joep Zander aan. Beide sluiten we nogmaals bij. Wij zijn uiteraard ten volle bereid om u nader te informeren. U kunt ons beiden per mail en telefonisch bereiken.

Met vriendelijke groet

Harry van Bommel

Joep Zander
tegenvoetsporen mail mij zoek op deze site vaders en zorg positieve linken ik vader klik hier voor dossier publikaties Joep Zander internetkunstdossier van Joep Zanderhomepage Joep Zander
klik hier! >>
site joep zander
Last Updated http://joepzander.nl/straatmuziek.htm : zie ook de andere pagina's. © siteontwikkeling en beeldrecht Joep Zander Logo Beeldrecht