Edelachtbare ;
Ik sta hier voor mijn dochter. Toen ik 2 jaar geleden hier stond in verband met een verzoek tot
wijziging van omgangsregeling door Mevr. B heeft u mij verzocht kort en duidelijk te
reageren. Dit heb ik toen bij uitstek gedaan. Dit heeft tot gevolg gehad dat u in de
argumentatie van uw vonnis klakkeloos verzinsels van Mevr.. B heeft overgenomen. Blijkbaar
moet ik u niet alleen duidelijk , maar ook krachtig en lang te woord staan. Vandaar het
onderstaande verhaal; dat ik ook op schrift heb gesteld.
TOESPRAAK VOOR DE EDELACHTBARE HEER, VROUWE
KINDERRECHTER TE ZUTPHEN OP 8 MAART ( Internationale
vrouwendag) . OVER DE KWESTIE OF OPVOEDING OOK
MANNENWERK IS IN CASU OF DE HEER ZANDER VOOR ZIJN
DOCHTER MAG ZORGEN.
In de maanden januari en februari van dit jaar , jaar van het gezin; 1994 was op alle
Nederlandse stations een billboard te vinden met daarop een foto van een blote mannenborst
die een kind koestert. Daarop stond de tekst "opvoeden is ook mannenwerk" te lezen. U zult
begrijpen dat ik mij die tekst zeer heb aangetrokken.
Uit korrespondentie met het betreffende reklamebureau bleek mij; niet geheel tot mijn
verbazing dat deze tekst is gericht op mannen tussen de 25 en 45 jaar. Blijkbaar leeft de
veronderstelling dat het een manco is van de man dat hij te weinig voor zijn kinderen zorgt.
Hierbij wordt voorbijgegaan aan de vraag of vrouwen in staat zijn mannen deze rol te gunnen.
Zonder daarbij te willen generaliseren , en daarmee erkennend dat er vrouwen zijn die mannen
die rol gunnen en mannen die niets van de kinderen willen weten, denk ik dat veel vrouwen
moeite hebben om de macht over gezin en kinderen uit handen te geven. Immers bij gebrek aan
sociaal-ekonomiese macht rusten ze dikwijls nog steeds op dit bastion.
Bijzonder ergerlijk is het dat deze rolverdeling door de juridische praktijk in Nederland en vele
andere westerse landen in stand wordt gehouden. Immers wordt de voogdij in gevallen van
konflikt tussen de ouders bij voorkeur toegewezen aan de moeder. Deze situatie wordt mede
veroorzaakt door het gegeven dat lieve, aardige zorgzame vaders meestal in eerste, en dikwijls
ook in latere, instantie niet bereid zijn hierover in een konflikt verwikkeld te raken. Dit wellicht
geïnspireerd door 1 koningen 3 vers 16-28; met name in de interpretatie van Berthold
Brecht's Augsburgse krijtkring, welk verhaal ik -in kinderversie- op uw verzoek graag wil
voorlezen. Dit terwijl de moeders die in deze situatie opereren bereid zijn deze vaders met een
konflikt te chanteren ; een situatie die er na een micro Bosnië-Servië oorlog toe leidt dat
degene die het meeste land verovert het sterkst staan ( status quo kreëren) in de zogenaamde
vredesonderhandelingen (het juridisch konflikt).
Het is op zich bijzonder storend dat een zaak over een kind in deze termen beschreven kan
worden. Beter zou het dan ook zijn is zo'n konflikt ten principale door de Nederlandse
wetgever werd uitgesloten door te stellen dat ouders nou eenmaal ouder blijven. En in uiterste
geval de voogdij te gunnen aan degene die juist wel coöperatief is.
De mogelijkheid van scheiding van de ouderlijke macht creëert in Nederland uiteindelijk in vele
gevallen situaties waarbij het kind een van de ouders niet meer ziet. Situaties, die niet alleen in
strijd zijn met de Nederlandse wet (het recht op omgang) maar ook met de Europese richtlijn
nummer 8 inzake het recht op omgang, de Europese richtlijnen inzake discriminatie naar sekse,
de universele rechten van de mens en de universele rechten van het kind.
Opgemerkt dient hierbij te worden dat tot voor enige jaren Nederland de, op éen uitzondering
na enige natie was binnen de Europese gemeenschap die het recht op omgang in het geheel niet
hadden geregeld. Weliswaar is nu formeel een recht op omgang vastgesteld ; maar je zou naïef
en autisties moeten zijn om niet te zien dat in de juridische praktijk dit recht niet wordt
waargemaakt.
In dit licht is het dan ook niet geheel verbazingwekkend dat Dhr.M ; unithoofd van de raad van
de kinderbescherming te Zwolle in het eerste kontakt dat ik telefonies met hem had ; weliswaar
erkende dat het uw opdracht was om de omgang op gang te brengen; daarnaast echter stelde
dat dit onmogelijk zou zijn als de moeder niet meewerkt. Ook de verdere bemoeienissen van de
raad in Zwolle kunnen in dit licht worden bekeken. De raad heeft geen poging gedaan de
omgang op gang te brengen. De hele gang van zaken van de afgelopen maanden is zwanger
geweest van niet ingevulde beloftes van beide bij deze zaak betrokken raden. De raad in
Zwolle heeft daarnaast bijzonder onzorgvuldig gehandeld door te laten blijken niet in staat te
zijn een korrekte samenvatting te schrijven van het huidige dossier. Uitbreiding van dit dossier
met allerlei niet-geïndiceerde onderzoeken doet dan ook het ergste vrezen .Een nog groter
dossier zal het bevattingsvermogen van de raad , naar ik moet vrezen, geheel te boven gaan.
Onder het mom dat hun eigen schrijfsels ook van geen betekenis zijn in deze; weigert deze raad
de samenvatting (bedoeld als inleiding voor een psychologies onderzoek ) te herzien.
In het onderzoek van de heer van E (gediplomeerd inrichtingswerker) dat vorige zitting aan de
orde is geweest wordt terecht vermeld dat Rosa niet meer over haar vader kàn praten. Deze
observatie komt overeen met het feit dat Rosa door haar moeder weg wordt gehouden bij alles
wat haar aan haar vader zou kunnen doen denken. Dit wordt door haar moeder ook verwacht
als Rosa vrienden en vriendinnen van haar vader tegenkomt. Deze situatie kan niet anders dan
leiden tot traumatische ervaringen voor mijn dochter; namelijk het schrappen van een deel van
haar leven. Overigens neem ik nogmaals afstand van de overige opmerkingen van de heer van
E en ik mag daarbij konstateren dat de heer van E zich zelf daar ook van distantieert, en
inmiddels met mij van mening is dat een omgangsregeling zoals door mij is gevraagd zou
moeten worden toegewezen.
De druk die mevrouw B op Rosa uitoefent wordt met de dag groter, zodat haast geboden is.
Konstaterende dat het enige door Mevrouw ingebrachte feit kontra omgangsregeling is dat ik 5
jaar geleden een maal op de vloer heb gestampt, en er dus geen zwaarwegende rede is om geen
omgangsregeling uit te voeren ergo gezien het strafbare gedrag van mevrouw kontra de vader
(huisvredebreuk en intimidatie in recidive) er eerder aanleiding is tot wijziging van de voogdij ;
dient omgang ten spoedigste te worden hervat.
Bij het onderzoek van de raad te Zutphen, 4 jaar geleden werd ik er van beschuldigd ten
onrechte afdwingbaarheid van een omgangsregeling te betwijfelen. Op de vorige zitting hier
werd ik ervan beschuldigd naïef te zijn als ik dacht dat omgang opnieuw direkt kan worden
gerealiseerd.
De rechtelijke macht heeft met het scheiden van de ouderlijke macht de verantwoordelijkheid
op zich menen te moeten nemen voor de gang van zaken rond mijn dochter. Een
verantwoordelijkheid die ik hier nogmaals naar u wil stellen. Een verantwoordelijkheid die zich
uitstrekt naar de Nederlandse wetgever en de Nederlandse rechtelijke macht ; maar vandaag en
hier ook van u, edelachtbare, in het bijzonder. Een verantwoordelijkheid naar mijn dochter, die
niet beperkt blijft tot het formeel juridiese maar die u zich ook moreel zou kunnen aantrekken.
Hier staat een vader die met zijn eigen handen en het beste wat hij in zich heeft een aantal jaren
het grootste deel van de verzorging en opvoeding van zijn dochter heeft gedaan. En die naar
het diepst van zijn geweten niets anders kan doen dan wat er nu volgens hem te doen staat.
Zoals gezegd; ik sta hier in het belang van mijn dochter, ik kan niet anders en zonodig blijf ik
staan; hier.
Waarvan acte; Zutphen; 8 maart 1994
Joep Zander ;
vader van Rosa Zander.