site joep zander other publications of Joep Zander Toelichting mbt een artikel inzake de aktieve taken van de raad voor de kinderbescherming inzake omgang en gezag.


Het gaat vooral om een toelichting op, en onderbouwing van, de passages bij de bijdrage van Joep Zander waarin de raad wordt beschuldigd van een aantal specifieke gedragingen die strafrechtelijk vervolgbaar zijn.

Lasterlijke onwaarheid verkondigen in ambtelijke stukken ( diverse artikelen in het wetboek van strafrecht) onder verzwarende omstandigheden.

Kinderen gebruiken als machtsmiddel om oneigenlijke zaken te bereiken ( diverse artikelen in het wetboek van strafrecht.

Om de relevantie van de beweringen te checken kunt u ook

  • hier (dossier repressie familierecht) kijken


    Door de raad erkende leugens die niet worden rechtgezet.

    Er zijn vele voorbeelden te vinden van opzettelijk doorgezette verminking van de waarheid door de Raad voor de Kinderbescherming. Daarop aangesproken meldt de Raad meestal dat ze niet aan waarheidsvinding hoeft te doen. Maar dat betekent dan klaarblijkelijk in dit soort gevallen dat er gewoon kan worden gelogen. De onwaarheid is immers al evident, maar wordt nog gewoon doorverspreid. Dikwijls is de onwaarheid af te lezen uit het eigen dossier van de Raad. Een goed voorbeeld daarvan maakte ik zelf mee. Ik zou de hele tijd maar procedures voeren, terwijl de in het dossier aanwezige verzoekschriften toch het tegendeel aantonen. Hieronder heb ik een verhaal uitgewerkt waarin ik optrad als klachtondersteuner voor een vader.

    De zaak de H tegen de directie Raad voor de kinderbescherming Noord.

     

    Na wat turbulentie gaat de partner van Dhr H het huis uit. Er ontstaat een conflict over de verdeling van de verzorging van hun dochter E. De zaak beland uiteindelijk bij de rechter. Deze schakelt de Raad voor de Kinderbescherming vestiging Leeuwarden in. De rapportage in deze zaak laat het nodige te wensen over. Namens dhr. de H dien ik een klachtbrief in waarin een dertigtal klachten staan beschreven over het handelen van de raad voor de kinderbescherming.

    Een van de klachten gaat over het volgende:

    De raad beschrijft in haar rapportage een situatie waarin de moeder nogal geëmotioneerd met een foto zwaait die ze gehaald heeft uit het overdrachtschrift waarin de ouders hun wederwaardigheden met hun gezamenlijke dochter optekenen. De vader had deze foto erin geplakt. Uit de foto zou volgens de moeder blijken dat de vader de scheiding niet verwerkt had. Immers op de foto zouden de ouders gearmd staan. Om zo’n foto na scheiding in een overdracht te plakken getuigt van onverwerkte gevoelens zo was het verhaal dus. De raad beschrijft in haar rapportage vervolgens de foto conform de beschrijving van de moeder en neemt de redenering van de moeder over. De raad komt uiteindelijk tot de conclusie dat het hoofdverblijf van het kind bij de moeder dient te worden bepaald. Het foto-argument wordt daartoe 2 maal pregnant naar voren gebracht.

    Daar de vader een kopie van de foto heeft is het eenvoudig zelf een oordeel te vellen over hetgeen op de foto te vinden is. Voorop moet ik stellen dat ik overigens geenszins het gewicht en de duiding, laat staan de pregnantie daarvan kan invoelen. Het is ook heel goed positief te duiden dat vader een foto van beide ouders in het schrift plakt. Het is een duidelijke verbeelding van het gelijkwaardige bestaan van twee ouders die in de geschiedenis van de foto is geworteld. Als na het aanschouwen van de foto blijkt dat ze er gewoon naast elkaar op een bankje zittend, niet gearmd opstaan kan ik alleen maar constateren dat vader het niet beter had kunnen doen. Of had hij de foto uit elkaar moeten knippen?

    De weergave van de raad is dus onjuist en gezien het feit dat vader daar al op gewezen had ook een leugen. Een leugen bovendien met een vergaande strekking.

    Zoals gebruikelijk probeer ik voor dat ik een klacht indien de zaken met de raadsvestiging zelf te regelen. Iedereen vindt het normaal dat je dat probeert te doen in Nederland. Behalve de raad voor de kinderbescherming dus. Geen sjoechem. U dient maar een klacht in. Zo gezegd zo gedaan. In de klachtbehandeling bij de directeur blijkt dat de onjuistheid van het door de raad gestelde door de raad erkend wordt en de klacht gegrond word verklaard. Desalniettemin weigert de adjunct-directeur dit deel uit het raadsrapport te schrappen (2 passages). Een indringend telefoontje met de directeur leidt ertoe dat hij in overleg gaat en binnen een half uur terugbelt om mede te delen dat hij de rechter zal mededelen dat bedoelde passages als ongeschreven dienden te worden beschouwd.

    Als ik vlak voor de rechtszitting informeer of dit gebeurd is (we hebben nog geen afschrift gezien)

    Blijkt dat nog niet te zijn gebeurd. De directeur die ik overigens blijkbaar wel mag storen tijdens zijn vergadering met de andere directeuren op het landelijk hoofdbureau van de raad, deelt mede dat hij niet begrepen had dat er haast bij was. Het leek mij evident dat een en ander zou gebeuren voor de zittingsdatum..………….

    Uiteindelijk komt het briefje er niet. Wel wordt de klachtafhandeling doorgestuurd naar de rechter. Uit deze afhandeling blijkt op zich (3 gegronde klachten tussen 24 "ongegronde") dat de onjuistheid van de passage wordt erkend. Of de rechter tientallen pagina’s klachtafhandeling zal doorwerken om die conclusie te lezen, laat staan in een kader te plaatsen (de raad vindt deze leugen namelijk van geen betekenis ) is natuurlijk de vraag.

    Uit het vonnis blijkt dat het bij de rechter nog niet eens doordringt dat er meerdere gegronde klachten zijn. Het vonnis volgt inmiddels het advies van de raad. Ik ga voor de Hr. de H naar de externe klachtencommissie van de raad omdat we het op veel punten niet eens zijn met de interne klachtafhandeling. Tevens dienen we een klacht in over het handelen van de directeur inzake het niet corrigeren van het rapport. Over deze gang van zaken is nog een brief gestuurd naar deze directeur. Opmerkelijk is verder nog dat betreffende vader van de raad na het ontvangen van het raadsrapport een brief heeft ontvangen waarin hem wordt medegedeeld dat hij eventueel commentaar kan leveren maar niet op de passages die iets anders bevatten dan zijn eigen uitspraken.

    Als de zaak bij de klachtencommissie voorkomt blijken we slechts een dik uur te hebben om 28 klachten te bespreken. Protest helpt niet. Bij de behandeling van bovenstaande klacht begint de adjunct-raadsdirecteur die verantwoordelijk was voor de afhandeling van de klachten uit te leggen dat het best begrijpelijk is dat zijn medewerkster een vader die zwaaiend met een foto aan komt zetten om daarmee de moeder in een bepaald daglicht te plaatsen niet bepaald kan kenschetsen als iemand die zijn scheiding verwerkt heeft.

    Ja, leest u het bovenstaande vooral nog een keer. Dat zei dus die directeur. En zei toen de voorzitster van de klachtencommissie, een vooraanstaand pvda-senatrice dat daarmee dus duidelijk was dat de adjunct-directeur hiermee bevestigde dat het raadsrapport fout zat omdat het immers juist de moeder was die zwaaiend binnen kwam zeilen? Nee…….. De aanwezige praktijkleidster corrigeerde de fout als ware het een toevallige vergissing. Ik probeerde de strijdigheid neer te zetten als een typisch bewijs van discriminatie; eigenlijk de lakmoesproef voor discriminatie. En de geachte afgevaardigde PvdA-senatrice….. die wees de klacht af.

    En per saldo…. Waar ging het nou eigenlijk over ………. Over een ingeplakte foto. Is dit relevant voor wat dan ook? Mijns inziens eigenlijk nauwelijks. Behalve dan om aan te tonen dat de Raad niets achterwege laat om vaders in een kwaad daglicht te stellen

    De raad zou er beter aan doen aan dit soort diskwalificerend gedrag niet mee te doen.

    En leugens recht te zetten natuurlijk.

    En verder was dit dus maar een van de 28 klachten. Het beschrijven van 28 klachten op deze manier zou een boek in beslag nemen. Het beschrijven van alle zaken die in het familierecht op deze manier worden afgehandeld een bibliotheek.

     

    De zaak van deze vader is opgenomen in het boek Gemist Vaderschap

    © Joep Zander 2001


    Oneigenlijke machtsmiddelen

    Een kind bedreigen met uitsluitsel van het contact met zijn vader omdat vader klachten indient, omdat vader lid blijft van een ouderorganisatie, omdat vader in de publiciteit komt, omdat vader aktie voert. Kinderrerchters, kinderbeschermers en voogdijinstellingen maken zich aan dit soort zaken schuldig. Het is ook al vele malen aangetoond. Een zaak heb ik daartoe al vele malen in diverse artikelen aangehaald en dat doe ik hier weer. Ik mag verder memoreren dat de Nederlandse staat mij in haar verweer tegen mij bij het Europese hof aanwreef dat ik publiciteit zocht ( het ging met name blijkbaar om het artikel Salomon en de Gordiaanse knoop dat in het Algemeen Dagblad was verschenen)

    Uit de zaak Hop

    “Ik acht het daarom geen enkele zin hebben om onze gesprekken en correspondentie op deze wijze en in deze context voort te zetten nu die blijken geen enkel resultaat op te leveren en- naar wij menen- slechts contraproduktiefwerken met betrekking tot het door u gewenste herstel van het contact met de kinderen.” Direkteur kinderbescherming in brief over klachtbehandeling Directie Oost 26-2-1996.


     

     

     


    tegenvoetsporen mail mij zoek op deze site vaders en zorg ik vader klik hier voor dossier publikaties Joep Zander internetkunstdossier van Joep Zanderhomepage Joep Zander
    klik hier! >>
    Last Updated http://joepzander.nl/trouw.htm : zie ook de andere pagina's. © siteontwikkeling en beeldrecht Joep Zander Logo Beeldrecht