dossier akties Joep
aktie rechtbank Zwolle 6
beetje excuses van korpsbeheerder , mijn reactie , en daarop nog van korpsbheerder

Site Joep Zander, pedagoog, kunstenaar en publicist (GAB-net); klik hier voor welkomspagina

dossier akties Zwolle

20 december 2004

Geachte heer Zander,

Op verzoek van de heer Lidth de Jeude (burgermeester van de gemeente Deventer), heb ik opnieuw naar uw klachtendossier gekeken. Ik kan u daarover het volgende mededelen.

Uw klacht van 10 maart 1997 is indertijd correct afgehandeld door de toenmalige korpsbeheerder de heer J. Franssen. Hij kwam, gehoord het oordeel van de onafhankelijke klachtencommissie, tot de beoordeling dat art. 163 Wetboek van Strafvordering de verplichting bevat voor opsporingsambtenaren om een aangifte van een strafbaar feit op te nemen. Echter, zo schrijft de korpsbeheerder, deze verplichting brengt niet met zich mee dat onder alle omstandigheden een aangifte direct moet worden opgenomen. De commissie oordeelde dat uw casus zo'n geval was. Zij vonden dat u daarom in redelijkheid kon worden geweigerd om opdat moment aangifte te doen (brief d.d. 27 augustus 1998 met kenmerk: LBB162/ C7077).

Uw casus vond bijna acht jaar geleden plaats en betrof een complexe situatie, die voor de behandelende politieambtenaren op dat moment lastig was in te schatten. Sinds 1997 zijn er vele ontwikkelingen geweest en met deze voortschrijdende inzichten zouden we uw casus nu, anno 2004/2005, anders beoordelen. Complexe situaties, zoals uw zaak, brengen wij tegenwoordig onder voortdurende aandacht van onze medewerkers, waarbij de kern is dat in principe de politieambtenaar de plicht heeft een aangifte op te nemen. Behoudens bijzondere omstandigheden. Bij dit laatste speelt de interpretatie en de beoordeling van de behandelende ambtenaar een grote rol.

Indertijd had de belangenafweging van de politieambtenaren om geen aangifte op te nemen, achteraf wellicht zorgvuldiger kunnen gebeuren. Dit zoals ik hierboven reeds beschreven heb en daarnaast ook gezien de uitspraak van het gerechtshof te Arnhem (d.d. 27 november 1998, parketnummer 21-002170-97). Ik hoop u zo voldoende geïnformeerd te hebben.

Drs H.J. Meijer korpsbeheerder


Antwoord:

Aan: De heer Drs. H.J. Meijer; korpsbeheerder politie Ijselland
Betreft: uw brief van 20 december 2004
Deventer ; 29 maart 2005

Geachte heer,

Het heeft even geduurd voordat ik mijzelf in staat achtte om te reageren op uw brief. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat uw brief mij irriteert. In die zin is het min of meer het omgekeerde van wat ik dacht te bereiken door via de burgemeester van Deventer de kwestie nogmaals onder de aandacht te brengen.

Uw antwoord irriteert me omdat weer onzorgvuldig maar de feiten wordt gekeken. Ik noem het volgende:

1. Het is, in strijd met wat u suggereert, niet zo dat de reden om geen aangifte op te nemen was dat op dat moment niet goed zou uitkomen. Nee, in het proces verbaal kunt u lezen dat aangifte in deze onmogelijk zou zijn. Er is dus niet gewezen op de mogelijkheid de volgende dag aangifte te doen.
2. Er is een grote hoeveelheid geweld tegen mij gebruikt waarmee men mij, eerst in, en vervolgens weer uit de cel probeerde te bewegen, dit terwijl ik mij niet eens fysiek verzette. Er zijn geen getuigenissen bij mij bekend die iets anders beweren. Uit de rapportage van de met het klachtenonderzoek belastte politieambtenaar blijkt eerder dat men ook dit gedrag denkt goed te kunnen praten. Ik krijg uit uw brief niet de indruk dat u zich dit allemaal realiseert.
3. Notabene is, nadat eerst de indruk is gewekt dat men zich schaamde voor het eigen optreden, alsnog een vervolging wegens lokaalvredebreuk doorgezet die uiteindelijk bij het hof in Arnhem strandde. Er is mij nooit duidelijk geworden waarom dit nodig was. Ik verzoek u alsnog om een verklaring.

Bovenstaande is maar een kleine greep uit mijn misnoegen over de opstelling van uw politiekorps destijds. Ik kan u verder vertellen dat het schrijven van deze brief behoorlijk beroerde. Het lijkt me redelijk dat u als korpsbeheerder excuses aanbiedt voor de gang van zaken destijds. Ik ben bereid nader met u over een en ander van gedachten te wisselen.

Een kopie van deze brief zal ik naar de burgemeester van Deventer versturen.

Ik hoop nader van u te vernemen.

Met vriendelijke groet

Joep Zander


18 april 2005
Uw brief van 29 maart 2005

Geachte heer Zander,

Zoals ik in mijn brief heb aangegeven, heb ik nogmaals naar het klachtdossier, dat toentertijd correct is afgedaan, gekeken op verzoek van de burgemeester van Deventer, de heer J. van Lidth de Jeude.

Wanneer u had verwacht dat door het verzoek van de heer Van Lidth de Jeude een volledig herziene behandeling van uw klachtdossier zou plaats hebben, dan betreur ik dat. Het was geenszins de bedoeling u met mijn brief te irriteren of hernieuwd emoties op te roepen.

Met mijn brief heb ik beoogd naar uw klachtbehandeling van destijds te kijken vanuit het huidige perspectief en de ontwikkelingen die hebben plaats gevonden op klachtbehandeling en klachtafhandeling. Wanneer bij u de indruk is gewekt dat het volledige dossier opnieuw aan de orde zou worden gesteld, dan kan ik mij de teleurstelling voorstellen. Het is niet aan mij om een procedure die vanaf 1997 heeft gelopen en waar uiteindelijk het gerechtshof te Arnhem in 1998 in de strafzaak een uitspraak heeft gedaan, op zijn merites te boordelen en nu met een eventueel andere zienswijze te komen. Laat ik daarom helder zijn dat het klachtdossier niet heropend wordt en aan een nieuwe beoordeling wordt onderworpen.

In mijn brief van 20 december 2004 heb ik gewezen op de aandacht die ik besteed aan het zorgvuldig omgaan met klachten en meer expliciet het aspect van het opnemen aangiften door burgers. Het thema van opnemen van aangiftes heeft mijn volle aandacht en ook die van de korpsleiding en is regelmatig gespreksthema.

Zoals hiervoor al aangegeven heb ik geen reden om de klachtafhandeling zoals deze onder verantwoordelijkheid van mijn voorganger heeft plaats gevonden opnieuw te doen dan wel excuses aan te bieden. Ik heb begrip voor uw emoties, maar verwacht ook begrip voor mijn positie en standpunt.

Een nadere gedachtewisseling over de feiten zoals die destijds hebben plaats gevonden lijkt mij niet zinvol en leidt mogelijk tot nieuwe gevoelens van onrust. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wens u alle goeds toe.

Drs H.J. Meijer korpsbeheerder

tegenvoetsporen mail mij zoek op deze site vaders en zorg ik vader klik hier voor dossier publikaties Joep Zander internetkunstdossier van Joep Zander positieve linken homepage Joep Zander
site joep zander
Last Updated https://www.gabnet.com/ep/zander/pamflet.htm : zie ook de andere pagina's Logo Beeldrecht